Prestatiedruk: dit ontstaat veelal op jonge leeftijd. Wanneer een kind alleen aandacht krijgt als hij wat goed doet. Fouten maken wordt genegeerd of bestraft. Gevolg hiervan is dat je goedkeuring van de ander nodig hebt om je gewaardeerd te voelen. Dat kan je kwetsbaar maken en ben je extreem gevoelig voor de opmerkingen, feedback, kritiek van de ander
Negatief zelfbeeld: Dit negatief zelfbeeld kan ontstaan doordat ouders onzeker waren en dit op het kind projecteerde. Een andere oorzaak kan zijn dat ouders op een negatieve manier aandacht geven en communiceren. Hierdoor wordt er geen veiligheid geboden en kan dat invloed hebben op het zelfbeeld. Een negatief zelfbeeld kan ook ontstaan door pesten of een ander traumatische gebeurtenis. Gevolg: je mag geen fouten van jezelf maken. En je probeert grip/controle te houden op de dingen die je moet doen/op je leven.
Welke signalen zie je bij een student die perfectionistisch is?
De student is overdreven bang om fouten te maken.
De student heeft de lat voor zichzelf onrealistisch hoog gelegd dat hij nooit tevreden is met zijn werk.
De student is vaak bang en gefrustreerd t.a.v. de kwaliteit van zijn werk.
De student houdt zich afzijdig van vakinhoudelijke gesprekken tenzij hij zeker van zichzelf is over het onderwerp (Teitier, 2015).
De student gelooft dat anderen het makkelijker hebben.
De student "moet" van zichzelf van alles.
De student kan niet delegeren.
De student vertoont uitstel gedrag.
De student is faalangstig.
Welke vragen kun je aan de student stellen?
Wat deed jij vandaag waar je tevreden over kan zijn? Noem minstens drie dingen.
Wat deed iemand anders waar je tevreden over kan zijn? En wat leer je daarvan?
Stel dat er vannacht in je slaap een wonder is gebeurd. Het lukt je om je om minder perfectionistisch te zijn. Welk gedrag laat jij dan zien waaruit blijkt dat je tevreden bent met het resultaat? Beschrijf de situatie.
Wat zou er voor jou veranderen als je minder perfectionistisch bent?
Wat en wie zou je kunnen helpen om minder perfectionistisch te zijn?
Waar sta je op een schaal van 10 tot 0, bij 10 ben je perfectionistisch en bij 0 ben je onnauwkeurig.
Tips voor werkbegeleiders/docenten
Help de student realistische doelen te stellen.
Laat de student succeservaringen op doen.
Geef positieve feedback op de voortgang, ondanks fouten in het werk.
Bespreek; "wat zou er gebeuren als je dit fout deed?"
Het werk vergelijken met eerdere prestaties (Teitier, 2015).
Laat de student de feedback op schrijven, vooral positieve zodat de student er op terug kan kijken.