Als je een probleem ervaart kun je dat vanuit twee visies benaderen:
Bij probleemgericht bespreek je waarom je iets niet kan of waarom iets niet werkt. Je doel is het probleem te analyseren en een oorzaak te vinden zodat je het probleem kan oplossen.
Bij oplossingsgericht kijk je naar de gewenste situatie. Je bespreekt wat de student wil bereiken en hoe ze het anders willen doen/aanpakken. Je kijkt samen met de student wanneer iets wel lukt en waarom het lukt. Samen kijk je of het ook in deze situatie toe te passen is.
Bij oplossingsgericht werken gaat het om het aanpakken van een verandering.
Oplossingsgerichte benadering komt voort uit de positieve psychologie. Uitgangspunten van de positieve psychologie is niet alleen het probleem benoemen, maar ook waar de student goed in is. Begeleidingsgesprekken met een student over waarom iets niet lukt en wat beter moet gaan roept negatieve gevoelens op. Motivatie om actief aan het probleem te werken daalt (Bannink, 2017). De positiviteitsknop gaat uit.
Positieve psychologie benadrukt de sterke kant. Deze benadering focust zich op successen, persoonlijke kwaliteiten en sterke kanten (Bannink, 2017). Door deze benadering versterk je het zelfvertrouwen van de ander. Er wordt gekeken naar mogelijkheden en niet naar onmogelijkheden.
Binnen het oplossingsgerichte werken zijn er zes belangrijke soorten vragen (Bannink, 2006):
1.De vraag naar verandering voor het eerste gesprek
2.De vraag naar het doel (m.b.v. De wondervraag)
3.De vraag: ‘en wat nog meer’?
4.De vraag naar uitzonderingen
5.Schaalvragen
6.De vraag naar vaardigheden (competenties) waarover de student al beschikt
Deze type vragen zijn verwerkt bij de verschillende onderwerpen die je kan helpen een oplossingsgericht gesprek met een student aan te gaan.
Wil je algemene informatie over het begeleiden van studenten met extra ondersteuningsbehoefte klik dan op deze link.
Oplossingsgericht coachen https://youtu.be/5m0lsqyvy2g