Vragen stellen hebben studenten nodig om tot leren te komen. Als een student geen vragen stelt dan kan hij wel dingen nadoen en proberen maar hij kan het niet onderbouwen waarom hij het zo doet. Door vragen te stellen leert de student nieuwe dingen, maar kan hij ook zijn ideeën en kennis testen. Klopt het wel wat ik denk (Lucassen, 2018)?
Wat kunnen oorzaken zijn dat studenten veel of weinig vragen stellen?
Te veel vragen:
Perfectionisme en onzekerheid kan een oorzaak zijn dat een student veel vragen stelt. Voordat een student werkzaamheden uitvoert is hij opzoek naar bevestiging. Om die bevestiging te krijgen stelt de student vragen. Soms vragen waar de student het antwoord al op weet, maar het graag nogmaals van een werkbegeleider wil horen.
Nieuwsgierigheid/leergierigheid: sommige studenten willen alles over hun vak weten en stellen daardoor heel veel vragen. Hierin vinden zij het soms moeilijk om een grens te bepalen en stellen dan vragen over onderwerpen die niets met hun opleiding te maken heeft of waar zij nog niet mee bezig zijn in hun opleiding (Lucassen, 2018).
Te weinig vragen stellen:
Onzekerheid/kwetsbaar voelen: door vragen te stellen geef je aan dat je het nog niet weet of kan. Bang dat je een vraag stelt die de ander "dom" vindt.
Voelt geen ruimte om vragen te stellen: studenten vinden het soms lastig om een werkbegeleider of collega die het druk heeft vragen te stellen. De collega heeft het al zo druk en dan moet hij ook nog mijn vragen beantwoorden.
Ontbreken van diepgang: De student heeft moeite om de theorie in de praktijk te integreren. Voert uit wat hem opgedragen wordt en denkt daar verder niet over na.
De student is niet nieuwsgiering (Lucassen, 2018).
Welke vragen kun je aan de student stellen?
Te veel vragen stellen:
Stel je mag per dag nog maar 5 vragen stellen. Welke vragen stel je dan en waarom?
Wat gebeurt er met jou als je balans vindt in het stellen van vragen?
Wat en wie zou je kunnen helpen om balans te vinden in het stellen van vragen?
Op welke momenten heb je wel balans in vragen stellen (denk bijv. aan vrienden of tijdens sport)?
Wat is er anders aan die momenten, waardoor jij die balans wel vindt?
Waar sta je op een schaal van 10 tot 0, bij 10 heb balans in vragen stellen en bij 0 stel veel vragen (heb geen balans)?
Te weinig vragen stellen:
Stel dat er vannacht in je slaap een wonder is gebeurd. Het lukt je om je om vragen te stellen voor je opleiding. Welke vragen stel je dan en wat levert jou dat op? Beschrijf de situatie.
Wat en wie zou je kunnen helpen om vragen te stellen?
Op welke momenten stel je wel vragen (denk bijv. aan vrienden of tijdens sport)?
Wat is er anders aan die momenten, waardoor jij wel vragen stelt?
Waar sta je op een schaal van 10 tot 0, bij 10 stel je veel vragen en bij 0 stel je geen vraag?
Tips voor werkbegeleiders/docenten
Student stelt veel vragen:
Vraag aan de student waarom hij de vraag stelt, zodat je als werkbegeleider een afweging kan maken of het een zinvolle vraag is.
Vraag of de student zelf antwoord kan geven/opzoeken op de vraag.
Spreek een vast moment af tijdens de dag waarop de student vragen kan stellen die geen prioriteit heeft.
Student stel weinig/geen vragen:
Leg dingen uit met enthousiasme Ben je iets aan het uitleggen zonder ook maar een beetje enthousiasme dan kun je moeilijk verwachten dat student dit aanzet tot interesse. Laat zien wat je zo bijzonder/leuk/interessant vindt en waarom, dat zal de student meenemen in de enthousiasme en stimuleren tot vragen stellen
Trek alles in twijfel: geef als werkbegeleider het goede voorbeeld. Stel vragen waarbij je de eigen uitleg in twijfel trekt. Laat zien hoe je zulke vragen kunt bedenken en wat voor soort vragen je dan kunt stellen.
Klopt het niveau? Is het niet te ingewikkeld wat je aan het uitleggen bent? Of misschien juist te makkelijk? Betrek de student bij de uitleg door bijvoorbeeld vragen te stellen, zodat je eenvoudiger kunt controleren of het niveau goed is. Bij twijfel neem contact op met de stagedocent en bespreek dit.
Geef feedback op vragen: Naast het beantwoorden van de vraag is het altijd goed om ook feedback op de vraag zelf te geven. Leer de student dat er verschillende soorten vragen zijn, waarbij eigenlijk elke vraag altijd gesteld moet kunnen worden.
Geef ruimte voor vragen: Plan tijd in om dingen te bespreken en waar vragen gesteld kunnen worden. Vraag regelmatig op een dag of de werkzaamheden of de opdracht duidelijk is. Doe dit niet gehaast maar geef de student de gelegenheid om vragen te kunnen stellen.
‘Speel’ met vragen: Studenten zijn soms bang om ‘Domme’ vragen te stellen. Speel daarom met vragen, bijvoorbeeld door de student bewust ‘domme’ vragen te laten bedenken en te stellen. Het begint als een soort grapje, maar zorgt er voor dat ook dat soort vragen gesteld worden.
Ga mee in de vraag: Kom niet later terug op een vraag, maar waar het mogelijk is ga direct in op een vraag. Daar leert een student het meest van (Lucassen, 2018).