2. Het rijk van de bacteriën & Het rijk van de schimmels.

Bacteriën:

Bacteriën komen overal in de natuur voor. Je kan ze niet met het blote oog zien. Je hebt een heel goede microscoop nodig om ze te kunnen zien. Bacteriën zijn eencellig. Dit betekent dat ze uit één cel bestaan. Ze hebben geen celkern.

Bacteriën planten zich voort door zich te delen. Dan ontstaat er uit één bacterie twee kleinere bacteriën. Deze groeien weer en als ze groot zijn delen ze zich weer in twee nieuwe bacteriën. Een bacterie kan zich elk half uur delen.

bacteriën delen en vermenigvuldigen zo heel snel.

Miljoenen bacteriën samen kan je wel zien. Ze worden stipjes in een kweekbakje. Deze stipjes worden bacteriekolonies genoemd.

De meeste bacteriën eten resten van dode organismen. Ze ruimen deze resten op. Omdat ons voedsel uit dode organismen bestaat kunnen bacteriën hier goed op leven. Deze bacteriën richten schade aan in ons verteringsstelsel en wij willen er dus niet te veel van binnen krijgen. Ons voedsel is bedorven als er te veel van deze bacteriën op zitten. Je kan er erg ziek van worden.

Er zijn ook bacteriën die ziekten of ontstekingen veroorzaken. Zoals longontsteking, cholera of een ontstoken wond. Hier helpen antibiotica tegen.

Gelukkig zijn de meeste bacteriën niet schadelijk voor de mens. En we hebben ook bacteriën nodig om te leven. Ze helpen ons bij de vertering van voedsel. Of ze maken yoghurt, zuurkool en kaas voor ons.

bacterie kolonies kweken

Een sterk uitvergrootte bacterie

Schimmels.

Schimmels kunnen eencellig of veelcellig zijn. Cellen van schimmels hebben een celkern en zijn groter dan die van bacteriën. Een voorbeeld van een eencellige schimmel is gist. Gist wordt gebruikt voor het maken van brood en bier. Een voorbeeld van een veelcellig schimmel is schimmel op een stuk fruit of brood. Deze schimmels bestaan uit lange schimmeldraden. Paddenstoelen en dus ook champignons zijn ook schimmels.

Veelcellige schimmels planten zich voort met sporen. Eencellige schimmels planten zich voort door knopvorming.

schimmels aan het werk.

Schimmels voeden zich ook met resten van dode organismen. Ook schimmels kunnen dus voedsel bederven.

Schimmels kunnen ook gebruikt worden om voedsel voor ons te maken. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van brood, bier en schimmelkaas. Ook wordt er antibiotica gemaakt van schimmels. Sommige paddenstoelen zoals champignons of oesterzwam kan je eten.

 

Er zijn ook schimmels die ziekten veroorzaken bij mensen. Ringworm is een schimmelaandoening (dus geen worm) van de huid. Schimmels zijn vaak lastig te bestrijden.

Ringworm bij een mens is dus een schimmelinfectie.