1. Het ordenen van organismen

Een levend wezen noemen we een organisme. We spreken van een organisme als het levensverschijnselen vertoont. Ademhalen, uitscheiden, voeden, groeien, voorplanten, waarnemen en bewegen zijn levensverschijnselen.

De organismen die er bestaan kan je indelen in groepen. Biologen beginnen met het indelen in vier grote groepen. Deze groepen worden de rijken genoemd.  De vier rijken zijn: bacteriën, schimmels, planten en dieren.

 

Kenmerken bij het ordenen.

 

Celkern.  Een celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt. Schimmels, planten en dieren hebben een celkern. Bacteriën hebben geen celkernen.

Bacteriën zonder celkern

Celwanden. Een celwand is een stevig laagje om een cel. Bacteriën, schimmels en planten hebben celwanden. Dieren hebben geen celwanden om de cellen. Mensen behoren ook tot het rijk van de dieren!

Menselijke wangslijmvliescellen hebben geen celwand.

Bladgroenkorrels. Bij planten komen bladgroenkorrels voor. Hierin vind fotosynthese plaats. Bacteriën, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels. Die vind je dus alleen bij planten.

Bladcellen met bladgroenkorrels

 

Hieronder zie je een schema die je kan helpen om erachter te komen welke organismen in welke rijken horen.