Wij mensen zijn de hele dag in contact met elkaar. We werken met elkaar samen op het werk, praten met elkaar in de pauzes en doen dingen samen met elkaar in onze vrije tijd. Alles wat je doet met andere mensen noem je contact (Nectar 5e ed leerjaar 2–3 online + vwo 2–3 werkboek B (5de editie). (2019). Noordhoff.). Contact kan kort zijn, een voorbeeld van kort contact is wanneer je bij de bakker een broodje gaat halen of wanneer je gaat afrekenen bij de cassiere.
Lang contact is vaak ook intensief, lang contact heb je vooral met familieleden zoals je broer, zus, vader, moeder, neven en nichten. Lang contact hoeft niet alleen tussen familie te zijn maar ook tussen vrienden, denk hierbij aan je schoolvrienden maar ook aan vrienden uit je buurt.
Alle banden die je met mensen hebt noemen we relaties (Nectar 5e ed leerjaar 2–3 online + vwo 2–3 werkboek B (5de editie). (2019). Noordhoff.) . Wij mensen kunnen verschillende soorten relaties met elkaar hebben, de 3 bekenste relaties zijn:
Een liefdesrelatie -> een liefdesrelatie heb je met iemand wanneer die persoon je partner is of je vriendje of vriendinnetje. Jullie houden van elkaar en hebben verkering
Een werkrelatie -> een werkrelatie heb je bijvoorbeeld met collega's op werk, je houdt een praatje met ze en gaat samen aan het werk
Een vriendschappelijke relatie -> een vriendschappelijke relatie heb je bijvoorbeeld met je schoolvrienden of met je vrienden op je sportclub.
Met wie je omgaat en hoe je met die personen omgaat hangt af van waarden en normen (Nectar 5e ed leerjaar 2–3 online + vwo 2–3 werkboek B (5de editie). (2019). Noordhoff.).
Waarden -> Geven aan wat je belangrijk vindt, bijvoorbeeld beleefdheid, eerlijkheid, behulpzaamheid, gastvrijheid, zelfbeheersing en trouw.
Normen -> Geven aan wat je dan wel of juist niet doet. Bij de waarden 'trouw' hoort bijvoorbeeld de norm 'laat je vrienden nooit in de steek'.
Niet iedereen heeft dezelfde normen of waarden, bij iedereen is dat anders.
Figuur 2
Opdracht 1 Waarden en Normen
Hoe je tegen homo- en biseksualiteit aankijkt, is afhankelijk van de waarden en normen die je hebt.
A. lees de uitspraken hieronder en geef aan of het om een waarde gaat of een norm.
1. Iedereen mag zijn wie die wilt zijn
2. Je mag geen seks hebben met iemand van hetzelfde geslacht
3. Het is heel normaal dat twee vrouwen met elkaar kunnen trouwen
4. Je mag homo's en lesbiennes niet uitschelden
5. Homoseksualiteit is een zonde