Het is handig en duidelijk als je in je argumentatie aangeeft, waar jouw argumenten mee te maken hebben. Je geeft jouw argument als het ware een 'label' mee, zodat de toehoorder deze makkelijker herkent. Het brengt ook overzicht in jouw eigen verhaal. Dit noem je 'labelen'.
Voorbeelden van zulke labels zijn:
de economie, de solidariteit en het milieuprobleem.
Of, concreter: meer werk, een eerlijke verdeling en een beter milieu.
Afhankelijk van je publiek kun je een boodschap verder op verschillende manieren brengen. Bijvoorbeeld:
Ons plan is goed voor de economie en het milieu
Ons plan is goed voor de portemonnee én goed voor de wereld
Ons plan zorgt voor meer werk en een schonere lucht
Ons plan zorgt voor meer werkgelegenheid en betere luchtkwaliteit
Ons plan leidt tot meer groei in een duurzame wereld