De verzorgingsstaat
Wereldwijd leven er honderden miljoenen mensen in armoede. Veel van die mensen leven buiten Nederland. Ook in Nederland leven er nog steeds mensen in armoede. Wel is het zo dat in Nederland voor iedereen een bestaansminimum wordt gegarandeerd. Een staat waarin de overheid een actieve rol vervult in het welzijn en de welvaart van haar burgers noemen we een verzorgingsstaat. Vaak spreken we in Nederland van verzorging van de wieg tot aan het graf. Zo wordt er voor ons gezorgd door middel van kinderbijslag en scholing wanneer we jong zijn en hebben we recht op een uitkering en ouderenzorg wanneer we ouder zijn. De overheid zorgt dus voor ons van de wieg tot aan het graf. De overheid zorgt er in Nederland dus voor dat de welvaart en het welzijn van haar burgers verbetert. Het welzijn gaat over de lichamelijke en geestelijke gezondheid terwijl welvaart gaat over de mate waarin wij kunnen voorzien in onze behoeften. Het gaat er dus om dat de overheid haar burgers op allerlei manieren financieel bijstaat (vooral gericht op welvaart), maar om het welzijn te bevorderen moet de overheid ook een bredere rol vervullen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderscheidt 4 verschillende functies van de verzorgingsstaat (de 4 V’s).
Verzorgen
Mensen in kwetsbare posities in de samenleving hebben zorg nodig, dit overheid regelt dit. Denk dan bijvoorbeeld aan mensen die niet kunnen werken vanwege lichamelijke of psychische problemen, maar ook aan een bezoek aan de huisarts of het ziekenhuis waarvoor vanuit belastinggeld betaald wordt.
Verzekeren
In Nederland betaalt iedereen die werkt sociale premies. Deze premies verzekeren ons ervan dat - wanneer wij niet meer kunnen werken doordat we ziek worden, werkloos raken of zelfs arbeidsongeschikt raken - wij toch nog een inkomen behouden. Met de (verplichte) sociale premies dekken wij dus risico’s af.
Verheffen
Waar verzorgen en verzekeren vooral gaan over het financieel bijstaan van burgers gaat verheffing meer over het streven van de overheid om ervoor te zorgen dat burgers hun talenten kunnen ontplooien en een zinvolle en verantwoorde invulling aan hun leven kunnen geven. Dit verheffen zien we vooral terug in het onderwijs. Onderwijs is in Nederland gratis en betaalbaar voor iedereen. Onderwijs gaat in een verzorgingsstaat niet alleen om het aanleren van vaardigheden op vakgebied, maar ook om de vorming van burgers.
Verbinden
De laatste functie is de verbindende functie. Deze is wat minder duidelijk terug te zien, maar is het sluitstuk op de verzorgingsstaat. In de verzorgingsstaat betalen burgers elkaars uitkering. Door deze onderlinge afhankelijkheidsrelatie is er een sterke sociale cohesie, onderlinge verbondenheid tussen burgers. Ook de rol van onderwijs is hier groot. Iedereen in Nederland krijgt op grote lijnen hetzelfde soort onderwijs aangeboden, waardoor wij als Nederlanders ook op grote lijnen hetzelfde ‘gevormd’ worden.
Deze 4 V’s zijn ook verankerd in onze grondwet. De grondwet komt telkens terug wanneer wij de structuren van onze samenleving bestuderen. Ook wanneer wij naar de verzorgingsstaat kijken speelt de grondwet een belangrijke rol. Wij hebben eerder vooral gekeken naar klassieke grondrechten zoals bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en recht op gelijke behandeling. Daarnaast zijn er ook sociale grondrechten die de overheid verplichten om te zorgen voor bepaalde belangrijke zaken in het leven van Nederlandse burgers, zoals:
Hierboven heb je kunnen lezen wat de Nederlandse verzorgingsstaat is. We gaan in het komende examenonderdeel verder in op dit onderwerp. Dit doen we aan de hand van de volgende onderwerpen: