1.3 Prikkelgeleiding

Je hebt in het hart enkele plaatsen met veel zenuwweefsel die voor de hartactie zorgen. De belangrijkste plaatsen zijn de sinusknoop en de AV-knoop. De sinusknoop ligt op de rechterboezem. De AV-knoop ligt op de grens van de boezems (atrium = boezem, vandaar de A) en de kamers (de ventrikels, vandaar de V). Een groep van cellen waarin prikkelvorming plaatsvindt, noemt men een natuurlijke pacemaker. Het hart zorgt dus voor zijn eigen prikkelvorming.
Normaal levert de sinusknoop de impuls voor de hartactie. Bij een gestoorde hartfunctie kunnen ook de AV-knoop of andere stukjes zenuwweefsel voor prikkels zorgen. Dit is niet de natuurlijke weg. Er is dan ook een veel grotere kans op stoornissen in het ritme van het hart. Deze ritmestoornissen kunnen zo ernstig zijn dat het hart hierdoor niet goed meer functioneert. Deze zorgvragers krijgen dan een kunstmatige pacemaker. Hierdoor klopt het hart weer regelmatig.

De route van prikkelgeleiding

Het elektrische proces dat ervoor zorgt dat het hart doet wat het moet doen, kun je zichtbaar maken op een ecg. Dit is een soort afleiding van de elektrische activiteit van het hart. Als er iets mis is met het proces, kun je dat hierop zien. Vaak zijn er pas afwijkingen als de zorgvrager zich inspant. Als er dus gedacht wordt aan een ziekte van het hart, wordt er altijd een ecg gemaakt terwijl de zorgvrager zich inspant. We noemen dit een inspannings-ecg. In het ziekenhuis zijn daarvoor speciale fietsen. Er zijn speciale cursussen voor om meer te leren over het ecg en hoe je dat moet afnemen bij een zorgvrager. Als je je inspant, klopt je hart sneller. Als je rust, klopt je hart minder snel. Dit wordt geregeld door het vegetatieve (autonome) zenuwstelsel.

 

Bron: Ziekten van het hart, bloedvaten en bloed. (z.d.). Zorgpad. Geraadpleegd op 24 februari 2022, van https://zorgpad.digitaal.noordhoff.nl