8.1 Antistollingsmedicijn

Antistollingsmedicijnen zijn medicijnen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen. Ze worden ook wel bloedverdunners genoemd. Dit is eigenlijk niet de juiste naam. Het bloed wordt niet dunner, het stolt alleen minder snel.

Medicijnen gaan stolsels tegen

Antistollingsmedicijnen (anticoagulantia) zorgen ervoor dat het bloed minder snel stolt. Bij een wondje aan de vinger wordt er heel snel een korstje gevormd. Aan de binnenkant van de vaten gebeurt iets soortgelijks. Bij een beschadiging van een bloedvat probeert het lichaam de bloeding zo snel mogelijk te stoppen. Het risico is dat een stolsel dat zo ontstaan is, kan losschieten en ergens anders een vat afsluit. Zo kan er een hart- of herseninfarct ontstaan.

Stolsels in het lichaam kunnen ook ontstaan bij wervelingen in het bloed, bijvoorbeeld bij boezemfibrilleren of na het plaatsen van een nieuwe kunstklep.

Wanneer antistollingsmedicijnen?

Artsen schrijven antistollingsmedicijnen voor bij ongewenste stolsels of een risico hierop:

Antistollingsmiddelen herstellen de balans: het bloed mag niet teveel stollen en ook niet te weinig, want dan kunnen ongewenste bloedingen ontstaan.

 

Bron: Antistollingsmedicijnen. (z.d.). Hartstichting. Geraadpleegd op 24 februari 2022, van https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/behandelingen/medicijnen/antistollingsmedicijnen