1.2 Coronairen (kransslagaders)

Aan de oppervlakte van het hart ligt een netwerk van vaten: de kransvaten (coronairvaten). Deze vaten zorgen voor de bloedstroom door de hartspier. Als zich een verstopping in een van de kransslagaders bevindt, kan dat grote problemen geven, omdat de hartspier dan niet genoeg zuurstof krijgt en zijn pompfunctie niet meer goed uitvoert. We noemen dit een hartinfarct. De grote kransslagaders hebben een hoop zijtakken. We noemen dit collateralen. Dit worden er tijdens het leven steeds meer. Vooral als iemand veel aan sport heeft gedaan, krijgt hij steeds meer zijtakken. Als een zorgvrager met veel collateralen een hartinfarct krijgt, heeft hij dus meer kans het infarct te overleven.

Als het hart meer arbeid moet verrichten dan het aankan, zal de hartspier zich moeten vergroten om de arbeid toch te kunnen doen. Dit is bijvoorbeeld het geval als het hart moet uitpompen tegen een hoge bloeddruk in de aorta. Verder kan dit het geval zijn als er te veel bloed terugstroomt. Als de hartspier abnormaal is vergroot, is het hart in zijn geheel ook vergroot. Een vergroot hart bij een zorgvrager is een duidelijke aanwijzing voor hartfalen.

De kransslagaders

 

Bron: Ziekten van het hart, bloedvaten en bloed. (z.d.). Zorgpad. Geraadpleegd op 24 februari 2022, van https://zorgpad.digitaal.noordhoff.nl