Aandoeningen aan de aders zorgen bijna altijd voor klachten van de benen. De aandoeningen worden onderscheiden in trombose, chronische veneuze ulcus, aderontsteking en spataders.
De aandoeningen worden op grond van de plaats waar ze voorkomen onderscheiden in:
ziekten van het diepe veneuze systeem
ziekten van het oppervlakkige veneuze systeem
Vorming van diep veneuze trombose en embolie in het diep veneuze systeem.
Zoals we al eerder zagen, is trombose stolselvorming in de (slag)aders. Naast trombose in een slagader is er ook kans op trombose in een ader. Meestal ontstaat een stolsel in een diepe ader van het been. We spreken daarom van ‘diepe veneuze trombose’. Een trombose kan ook in de bovenarm voorkomen, al is dat uitzonderlijker.
Voor het ontstaan van trombose is een aantal oorzaken te noemen:
beschadiging van het endotheel van het bloedvat, door infecties, operaties, verwondingen of een ‘oude' trombus
vertraagde bloeddoorstroming. De veneuze bloedstroom is voor een groot deel afhankelijk van de activiteit van de skeletspieren (spierpomp), het spierweefsel en van het functioneren van de kleppen in de aders. Samen zorgen zij voor de terugvoer van het bloed uit het lichaam naar het hart. Verminderde lichaamsbeweging en operaties kunnen de circulatie verstoren of vertragen. Hierdoor is er meer kans op trombose
afwijkingen in het bloed die meer stolling van het bloed geven. Dit komt onder andere voor bij kanker en uitdroging.
De belangrijkste symptomen bij zorgvragers met diep veneuze trombose in het been zijn:
het been is pijnlijk
het been is gezwollen
het been voelt warm aan
Als een zorgvrager een zwelling aan zijn been heeft, is dit trouwens niet per definitie een trombosebeen. In de helft van de gevallen is er iets anders aan de hand.
Een zorgvrager met een veneuze trombose wordt opgenomen in het ziekenhuis. Je zult hem eerst bedrust moeten geven om te voorkomen dat het stolsel losschiet. Ook krijgt de zorgvrager antistollingsmiddelen toegediend. De bloedverdunnende middelen zijn om een paar redenen erg belangrijk:
In de eerste plaats wordt het optreden van een longembolie voorkomen. Een longembolie ontstaat doordat een stolsel losraakt in een ader in het been. Dit stolsel gaat via de bloedbaan naar de longen en nestelt zich daar in een longvat. Daardoor kan er een levensbedreigende situatie ontstaan.
Verder wordt er met de antistollingsbehandeling geprobeerd de uitbreiding van de trombose in de benen te voorkomen. Als er geen uitbreiding is, vermindert de kans op een longembolie ook weer. Ook zal door antistolling het natuurlijke genezingsproces sneller verlopen. Zorgvragers met een trombose worden ook thuis nog drie maanden met orale antistollingsmiddelen behandeld.
Als een zorgvrager met een trombosebeen weer mag lopen, is het belangrijk om zwelling van het been te voorkomen. De zorgvrager krijgt hiervoor zwachtels of een steunkous. Het is goed voor de zorgvrager om na een trombose weer regelmatig aan lichaamsbeweging te doen. Lichaamsbeweging bevordert het natuurlijke proces van het oplossen van stolsels en voorkomt zwelling. Langdurig staan is echter niet verstandig, omdat hierdoor vochtophoping in het been ontstaat.
Lange tijd na een doorgemaakte trombose kan een zorgvrager nog klachten krijgen. Klachten die een zorgvrager dan kan krijgen:
zwelling van het been
bruine verkleuring van de huid
spataders en slecht genezende wonden aan het onderbeen. Dit noemen we chronische veneuze ulcus (ulcus cruris) of open been
De oorzaak van deze klachten is dat de trombose de kleppen in de aders van de onderbenen kan beschadigen. Normaal zorgen deze kleppen ervoor dat het bloed in de aders van beneden naar boven stroomt. Als de kleppen beschadigd zijn, wordt het bloed een stuk moeilijker weggepompt. Er ontstaat een hoge druk in de aders en zo ontstaan de klachten. Er kunnen ook spataders ontstaan. De klachten kunnen alleen tegengegaan worden door het dragen van steunkousen. De druk van de kous voorkomt dat er veel bloed in het been achterblijft.
Aders kunnen ook ontsteken. Bij zorgvragers in het ziekenhuis kan aderontsteking het gevolg zijn van een infuusbehandeling. De medicijnen geven dan irritatie aan de wand van de ader. Een aderontsteking noemen we flebitis.
Flebitis op de onderarm
De zorgvrager heeft bij flebitis last van een pijnlijke, rode, warm aanvoelende streng vanaf de insteek van het infuus. Je ziet een rode streep op het lichaamsdeel, waar de ader loopt. Vaak heeft een zorgvrager die een aderontsteking krijgt al een andere ziekte. Aderontsteking kan optreden bij ziekte of algemene verzwakking. Aderontsteking geneest meestal vanzelf. Soms kan het helpen de zorgvrager een warme doek te geven die op het aangedane lichaamsdeel gelegd kan worden. Andere zorgvragers vinden juist verkoeling prettiger. Er bestaat geen 'evidence' (bewijs) voor een betere werkzaamheid van een van beide behandelingen.
Varices zijn abnormaal verwijde, gekronkelde aderen in de benen. Deze aderen zijn blauwpaars van kleur en schijnen door de huid. Ze worden ook wel spataders genoemd en komen vooral voor op de benen.
Het hart pompt zuurstofrijk bloed door het hele lichaam. Slagaders tussen de spieren van de benen zorgen ervoor dat het bloed naar de benen kan stromen. Aders brengen het zuurstofarme bloed vervolgens weer terug naar het hart. Om het bloed terug te voeren hebben de aders kleppen. Deze kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet weer omlaag kan zakken. Varices ontstaan wanneer de kleppen van de aderen niet meer goed werken.
Spataderen komen vaker voor bij vrouwen en worden vaak veroorzaakt door de zwangerschap. Maar ook een langdurig hoge bloeddruk, hormonale factoren, overgewicht en veel en lang (stil)staan kunnen varices veroorzaken. Een andere belangrijke factor voor het ontstaan van spataderen is erfelijke aanleg.
Er is een aantal risicofactoren voor het krijgen van spataders:
erfelijkheid
zwangerschap
overgewicht
levenswijze
orthopedische afwijkingen
Ook trombose in het been kan varices veroorzaken. In dit geval zijn diep gelegen aderen verstopt geraakt. Het bloed moet daarom via oppervlakkige aderen teruggevoerd worden naar het hart. Er stroomt meer bloed door de oppervlakkige aderen en deze worden opgerekt, waardoor spataderen ontstaan.
Varices komen in veel soorten en maten voor: van een paar blauwe haarvaatjes tot grote plekken met veel gezwollen aderen. De mate waarin de varices zichtbaar zijn hoeft niet gelijk te staan aan de klachten van de zorgvrager. Zorgvragers met weinig zichtbare spataderen kunnen meer klachten hebben dan zorgvragers met veel zichtbare afwijkingen.
Spataders komen op verschillende plaatsen in het lichaam voor:
aan het been
in de slokdarm (oesophagusvarices)
bij de anus (aambeien)
Zorgvragers kunnen door spataderen kramp en een moe, zwaar gevoel in de benen krijgen en er kan oedeem rond de enkels ontstaan. Het is ook mogelijk dat de varices pijn doen of jeuken. Deze klachten treden vaak op wanneer een zorgvrager lang heeft gestaan. Warm weer en menstruatie kunnen de klachten verergeren.
De bloedcirculatie kan ook verslechteren door varices. Het is mogelijk dat weefsels hierdoor moeilijker afvalstoffen afgeven aan het bloed. Er kan eczeem ontstaan en de huid kan verkleuren of verharden. In extreme gevallen ontstaat hierdoor een open been.
Meestal geeft een spatader aan het been bij een zorgvrager geen medische problemen, maar het ziet er niet mooi uit. Sommige zorgvragers willen iets aan de spataders doen. Grote spataders worden vaak operatief verwijderd. Toch keren spataders vaak terug. Dit komt doordat in het been zo veel aders zijn. Als een zorgvrager aanleg voor spataders heeft, zullen ze dus snel weer terugkeren. Een spatader kan gaan scheuren en zo een hevige bloeding geven. In de benen komt dit zelden voor. Als er wel een bloeding optreedt, moet het been hoog gelegd worden en moet een steunkous aangemeten worden.
Een zorgvrager met varices wordt eerst onderzocht om te bepalen welke behandeling past bij de klachten en de plaats van de spataderen. Tijdens dit onderzoek wordt de stroomrichting van de aderen en de werking van de kleppen bekeken. Er bestaan vier behandelingen voor varices:
een operatie
inspuitingen
lasertherapie
elastische kousen
Na een trombose van het been kunnen er alleen elastische kousen gegeven worden aan de zorgvrager. De spataderen zijn in dit geval namelijk onmisbaar geworden voor de bloedafvoer.
Bron: Ziekten van het hart, bloedvaten en bloed. (z.d.). Zorgpad. Geraadpleegd op 24 februari 2022, van https://zorgpad.digitaal.noordhoff.nl