Wasgoed moet je eerst sorteren. Je maakt stapeltjes die bij elkaar horen. Het etiket in het kledingstuk is hierbij een handig hulpmiddel. Hierop staat van welke soort textiel het kledingstuk is gemaakt en er staan was symbolen op, waaraan je kunt zien hoe het gewassen moet worden.
Een belangrijk puntje is om na te gaan hoe nieuw een kledingstuk is. De kans dat nieuwe kleding kleur loslaat is vrij groot. Dit geldt met name bij rode kleding. Ik geef dan ook graag de tip om nieuwe kleiding een aantal keren met dezelfde kleuren in de was te doen voor je ze gaat combineren met andere kleuren.
Hier let je op als je wasgoed gaat sorteren:
Kan het gewassen of moet het naar de stomerij?
Moet ik het met de hand wassen of kan het in de machine?
Wat is de kleur van de was?
Heb ik te maken met fijne was?
Hoe vuil is het wasgoed?
Wat is de textielsoort?
Hoe nieuw is de kleding?
Op welke temperatuur mag het gewassen?
Hoe snel mag het centrifugeren?
Stap1
Het wasgoed dat je zelf kunt wassen, moet je nog sorteren: machinewas of handwas.
Stap 2
Wasgoed dat erg vuil is moet je apart wassen, anders kan het vuil neerslaan op het schonere wasgoed.
Stap 3
Ook is het belangrijk om te letten op het soort textiel en om wollen kleding apart te wassen.
Kijk altijd naar de temperatuur op het wassymbool. Was nooit heter dan op het wassymbool vermeld staat.
Stap 4
De laatste stap is dat je kijkt naar de centrifugeersnelheid op het etiket. Als er een streep staat onder het wassymbool, dan gebruik je een lagere centrifugeersnelheid.