Hieronder volgt de uitleg van de Engelse trappen van vergelijking, ofwel, hoe zeg je in het Engels bijvoorbeeld klein, kleiner, kleinst, of, groter, groter, grootst. Voordat we daar in duiken, kijken we eerst hoe dit in het Nederlands gaat.
De regel in het Nederlands is dat je er -er / -st achter zet.
Kijk maar: koud - kouder - koudst
zacht - zachter - zachtst
groot - groter - grootst
In het eerste rij staat het gewone bijvoeglijk naamwoord,
de twee rij noem je de vergrotende trap
de derde rij noem je de overtreffende trap.
Nu gaan we kijken hoe dat in het Engels gaat.
Bij korte woorden zet je er -er / -est achter.
Kijk maar: cold - colder - coldest
soft - softer - softest
small - smaller - smallest
Bij korte woorden zijn er 3 spellingsregels waar je rekening mee moet houden:
eindigt een woord al op een e, dan hoef je er nog alleen maar een +r of +st achter te zetten.
Voorbeeld: nice - nicer - nicest
large - larger - largest
eindigt een woord op een y, dan verandert de y in een i.
Voorbeeld: happy - happier - happiest.
busy - busier - busiest
Letters verdubbelen om de klank van een woord te behouden. In het Nederlands doen we dit ook: plat - platter - platst, anders wordt het plater. In het Engels doen we dit ook.
Voorbeeld: flat - flatter - flattest (anders staat er fleter en fletest)
big - bigger - biggest (anders staat er baiger en baigest)
♦ Dit waren de regels voor korte woorden. Maak nu hieronder de oefeneningen om te checken of je het begrijpt ♦