Als in Brazilië steeds meer plattelandsbewoners naar steden trekken, ontstaan er naast ‘gewone’ woonwijken ook twee andere soorten woonwijken die sterk van elkaar en van de gewone woonwijken verschillen: de sloppenwijken en de ommuurde wijken.
Contact was en is er nauwelijks tussen bewoners van dit soort nieuwe wijken en meestal willen bewoners dat zo houden. In Stap 3 lees je meer over de ommuurde wijken.
Sloppenwijken zijn wijken waarvan de woningen door bewoners zelf zijn gebouwd met materialen die toevallig beschikbaar zijn (planken, stenen en ander gevonden materiaal). In deze wijken zijn een waterleiding, riool en andere voorzieningen die de woonomgeving van de bewoners leefbaar maken, vaak niet aanwezig.
Kinderen in een sloppenwijk kunnen in de wijk zelf niet naar school, want scholen zijn er niet.
In Brazilië worden dit soort wijken aangeduid met het Portugese woord favela.
Ziet zo'n favela eruit zoals je had gedacht? Bekijk het onderstaande filmpje.
In veel steden in Brazilië is veiligheid een probleem. Het ministerie van Buitenlandse Zaken adviseert reizigers naar Brazilië onder meer zo weinig mogelijk alleen over straat te gaan en favelas te mijden. Het risico op straat beroofd te worden, is hoog in steden als Brasilia, Rio de Janeiro of São Paulo.
Aan het werkelijke aantal incidenten wordt de objectieve veiligheid gemeten.
Dat hoeft niet per se samen te gaan met het veiligheidsgevoel of de subjectieve veiligheid. Dit kan door bijvoorbeeld de slechte naam van een wijk lager liggen, maar ook als de straatverlichting niet goed is. Mensen kunnen hierdoor het gevoel (subjectief) krijgen dat het niet veilig is.

Mensen die in een favela komen wonen, vinden vaak geen baan omdat ze laag of helemaal niet opgeleid zijn (er is een flinke mate van analfabetisme). Toch lukt het bewoners om aan de kost te komen, vooral in de informele sector.
Dat zijn alle activiteiten die buiten de economische statistieken blijven. Over de inkomsten wordt geen belasting betaald. We zouden dat hier ‘zwart werk’ noemen of met een ander begrip ‘scharreleconomie’. Kinderen verkopen snoepjes en andere kleine spullen op straat aan voorbijgangers en toeristen om geld te verdienen, mensen repareren tegen betaling kapotte apparaten, wijkbewoners bieden zich aan als gidsen om bezoekers de weg te wijzen in hun stad, enzovoort.
Dit gebeurt ook dichter bij huis: in de grote steden verkopen mensen prullaria op straat (vaak in de avond) of in Zuid-Europa zie je nog geregeld mensen die autoramen wassen voor de stoplichten.
![]() |
![]() |
Kijk naar deze video. Let ook op het begin waar je het verschil tussen geplande wijken en favelas goed kunt zien, het verschil tussen ‘people of the asphalt’ en ‘people of the hill’.