|
Christendom |
A |
De Romeinen waren de onrust die ontstond rondom Jezus onder de bevolking zat. Er zou nog eens een opstand van kunnen komen! Op voorstel van joodse hogepriesters werd Jezus daarom door de Romeinse bestuurder van Judea tot de kruisdood veroordeeld.
|
B |
Veel armen voelden zich door de Romeinse priesters en de Romeinse goden uitgesloten. Armen hadden immers geen geld om te offeren en zo de priesters en goden gunstig te stemmen. Aanbidding van de God van de christenen was gratis en leverde misschien ook nog een plaats in de hemel op.
|
C |
De aanhang van het christendom groeide in de eerste eeuwen n.Chr. snel. De Romeinen zagen deze groei eerst als een bedreiging voor de eenheid van het Romeinse Rijk. De Romeinen moesten namelijk de keizer als godheid eren, dat was de regel. Net als de joden weigerden de christenen de Romeinse keizer als god te vereren. Daarom werden de christenen in het rijk streng vervolgd. Zo kregen christenen bijvoorbeeld van alle rampen de schuld.
|
D |
In 312 was het christendom zelfs zo sterk dat keizer Constantijn er ook toe overgaat. Hij was toen aan de macht in het West-Romeinse Rijk, na strijd met een concurrent. De keizer stelt dat hij zijn overwinning dankte aan de God van de christenen. Daarom bekeerde Constantijn zich en hief hij het verbod op het christelijk geloof op. |
E |
Uiteindelijk was het christendom zo groot geworden, dat keizer Theodosius in 394 besloot dat het christelijk geloof de staatsgodsdienst werd. Vanaf dat moment waren de Romeinse goden verboden. |
F |
Na opnieuw eeuwen van oorlog werd Karel de Grote in 768 tot koning van de Franken gekroond. Hij breidde het Frankische Rijk flink uit. Hij versloeg de Friezen en de Saksen. Hij deed ook zijn best deze stammen tot het christendom te bekeren. Aan deze christenplicht werd Karel regelmatig herinnerd door priesters en monniken. Die maakten deel uit van de geestelijkheid. In de standenmaatschappij van de middeleeuwen stond de geestelijkheid in theorie boven de andere standen, omdat de geestelijken dichter bij God zouden staan. |
G |
De Frankische koningen stuurden missionarissen op de Germaanse volken af om die in contact te brengen met het christelijk geloof. Bekende missionarissen in Nederland waren Willibrord en Bonifatius. Het uitbreiden van het christendom ging niet altijd even vriendelijk: soms werden nog heidense stammen hardhandig gedwongen het christelijk geloof aan te nemen. |
H |
Mannen die samen in een klooster leefden volgens afgesproken kloosterregels heten monniken; vrouwen worden nonnen genoemd. In de middeleeuwen speelden kloosters een grote rol in Europa. Monniken en nonnen konden lezen en schrijven, ook in het Latijn. In veel kloosters was een bibliotheek waar teksten uit de oudheid werden bewaard. |
I |
In 1095 kreeg paus Urbanus II een verzoek van deByzantijnse keizer om hem te helpen bij zijn strijd tegen de islamitische Seltsjoeken (= naam van een volk uit het Ottomaanse Rijk). Paus Urbanus besloot daarop om de Seltsjoeken te bestrijden en Jeruzalem te veroveren. Urbanus verzon allerlei verhalen over hoe slecht christenen in Jeruzalem behandeld werden. Hij riep op tot een kruistocht. Urbanus hield het volk voor dat het de wil van God was om Jeruzalem te bevrijden van de moslims. |
J |
In 1099 verschenen de kruisvaarders voor de poorten van Jeruzalem. De strijd met de moslims was erg bloederig en er vielen veel doden. Maar de stad werd veroverd. De gebieden rondom de stad werden verdeeld onder de Europese vorsten die leidinggaven aan de kruistocht. Deze gebieden worden kruisvaardersstaten genoemd. Onder leiding van generaal Saladin werkten de moslims samen om hun gebied terug te veroveren op de kruisvaarders. Één voor één werden de kruisvaardersstaten heroverd. Uiteindelijk werd in 1187 ook Jeruzalem veroverd. In Europa werd teleurgesteld gereageerd op het verlies van de heilige stad. Opnieuw werd er een oproep gedaan om ter kruisvaart te gaan. Deze kruistocht was echter geen succes, net als de diverse kruistochten daarna. Aan het eind van de dertiende eeuw was het duidelijk: de moslims bleven de baas in het heilige land.
|
|
Vragen bij christendom |
1 |
Bij welke uitspraak heb je de hoogste score op de respect-meter? Leg je antwoord uit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Bij welke uitspraak heb je de laagste score op de respect-meter? Leg je antwoord uit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Heb je meer positieve scores of negatieve scores? |
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
Bij welke uitspraken komt het christendom in contact met de islam? Welke score heb je daar toegekend? Leg je antwoord uit. |
|
|
|
|
|
|
|