2. Levenslijn

LEVENSLIJN

KAPITALISME VS. COMMUNISME (KOUDE OORLOG)

Instructieblad Gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw hield een conflict tussen twee ideologieën de wereld in haar greep. Het kapitalistische westen stond lijnrecht tegenover het communistische oosten. Ondanks een wapenwedloop kwam het niet tot een directe confrontatie, waardoor we ook wel spreken van een Koude Oorlog. Het kapitalisme werd vertegenwoordigd door de Verenigde Staten en het communisme door de Sovjet-Unie. Hoe reageerden de leiders van beide landen op gebeurtenissen in de wereld? In deze werkvorm ga je proberen dat in kaart te brengen.

Wat moet je precies doen?

- Hieronder staan een aantal jaartallen en bijbehorende gebeurtenissen.
- Haal een grafiek voor de levenslijn op bij Mw Scheringa of Dhr Schuijt (2.06meter!)
Lees ze eerst allemaal door;
- Vraag jezelf af hoe de hoofdpersonen, een kapitalist uit de Verenigde Staten en een communist uit de Sovjet-Unie, op elke gebeurtenis gereageerd zouden hebben. Heel erg blij is +5, neutraal is 0 en niet blij is -5, maar alles er tussenin is ook mogelijk;
- Zet een punt of een kruisje in de grafiek. Neem voor de Amerikaanse kapitalist blauw en voor de Russische communist rood;
- Als je alle jaartallen hebt gehad, verbind je de punten met elkaar. Zo krijg je een blauwe levensgrafiek van Amerika en een rode levensgrafiek van de Sovjet-Unie.

De gebeurtenissen

1917 De Russische Revolutie breekt uit. Lenin slaagt er met de bolsjewieken (communisten) in om de tijdelijke regering af te zetten. Hij begin met het oprichten van een communistische staat.

1929 In de Verenigde Staten breekt een economische crisis uit die grote delen van de wereld raakt. In de Sovjet-Unie bestaat op dat moment een planeconomie.

1938 Op de Conferentie van München komen de leiders van Frankrijk, Engeland, Italië en Duitsland samen om te praten over Tsjecho-Slowakije. Stalin is niet uitgenodigd.

1939 Stalin sluit in het geheim een niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland.

1941 Ondanks het niet-aanvalsverdrag wordt de Sovjet-Unie toch aangevallen door naziDuitsland. Ook de Verenigde Staten raken bij de oorlog betrokken door de Japanse aanval op Pearl Harbor.

1944 Al vanaf het einde van 1941 vecht de Sovjet-Unie tegen het Duitse leger aan het oostfront. Aan het westfront werd er nauwelijks meer gevochten sinds 1941.

1945 Op de conferentie van Potsdam vertelde de Amerikaanse president Truman aan Sovjetleider Stalin dat de Verenigde Staten een atoombom had ontwikkeld en die mogelijk in de strijd tegen Japan zou gaan gebruiken.

Ter info: na 1945 wordt Europa verdeeld in een kapitalistisch westblok en een communistisch oostblok (de gebieden die respectievelijk door westerse en Sovjetsoldaten bevrijdt zijn). De scheiding loopt dwars door Duitsland. In het westen blijven democratische regeringen bestaan, in Oost-Europa komen zogeheten Volksdemocratieën tot stand: deze landen werden geleid door de communistische partij, aangestuurd door de partijtop in de Sovjet-Unie.

 

1947 Om Europa te ondersteunen bij haar herstel bood de Verenigde Staten alle Europese landen (dus ook Oost-Europa en de Sovjet-Unie) economische steun aan in de vorm van Marshallhulp. Oost-Europese landen mochten de hulp van Stalin niet accepteren.

1948 In 1945 werd Duitsland opgedeeld in vier bezettingszones, bezet door Franse, Engelse, Amerikaanse en Russische soldaten. Hetzelfde gold voor Berlijn, dat in het Sovjet-deel lag. In dit jaar bezet Stalin de westerse delen van Berlijn om de hele stad in bezit te krijgen. Dit mislukte echter.

1949 China wordt communistisch.

1950 Het communistische Noord-Korea probeert het westersgezinde Zuid-Korea met steun van China te veroveren.

1953 Stalin komt te overlijden. De nieuwe Sovjetleider Chroesjtsjov pleitte voor een zachtere politiek (destalinisatie) en wilde niet langer meer de directe confrontatie opzoeken met de Verenigde Staten (vreedzame co-existentie).

1956 In Hongarije willen steeds meer mensen meer democratisering en gaan de straat op: de Hongaarse Opstand. De Opstand werd hard neergeslagen door Sovjetsoldaten.

1961 Sinds de Duitse deling van 1949 (in DDR en BRD) zijn honderdduizenden Duitsers, vooral jonge intellectuelen, vanuit Oost-Duitsland naar West-Duitsland getrokken. Om een verdere leegloop te voorkomen werd op initiatief van Oost-Duitsland de Berlijnse Muur gebouwd.

1962 Na een Amerikaanse poging om een revolutie in het nabijgelegen Cuba te voorkomen, besloot de Cubaanse leider Fidel Castro samen te werken met de Russische Chroesjtsjov. Op Cuba werden vervolgens lanceerplekken voor korteafstandsraketten geplaatst. De Amerikaanse president Kennedy richt zich in een televisietoespraak woedend tot Chroesjtsjov en probeert hem onder druk te zetten (Cubacrisis).

1963 Na de Cubacrisis begint een periode van détente (ontspanning) in de Koude Oorlog.

1968 In Tsjecho-Slowakije leidden hervormingen onder leiding van Dubçek tot een Praagse Lente: democratisering van het bestuur.

1972 Na enkele jaren intensieve oorlogsvoering trekken de Verenigde Staten zich terug uit Vietnam en veroveren Noord-Vietnamese communistische soldaten het westersgezinde Zuid-Vietnam.

1985 De nieuwe Sovjetleider Gorbatsjov begint met zijn politiek van glasnost (openheid) en perestrojka (economische hervormingen). Ook trekt hij Sovjetsoldaten terug uit OostEuropa en stopt hij met de wapenwedloop met Amerika.

1989 De Berlijnse Muur komt in november van dit jaar te vallen. Oost- en West-Duitsland worden weer herenigd.

1991 De Sovjet-Unie valt uiteen, Gorbatsjov moet aftreden.