Hoornsedijk

Detail van de 'kaart van Groningen en Ommelanden' door F. Beckeringh 1781

“Onze” Hoornsedijk is het dijkje dat westelijk langs het Hoornsediep ligt. De naam Hoornsche Dijk schijnt voor het eerst in 1580 te zijn voorgekomen. Maar de dijk zelf bestond al eeuwen daarvoor.

De Hoornsedijk was vroeger langer dan nu. Voordat het Noord-Willemskanaal en de Van Ketwich Verschuurlaan en -brug er waren, liep de dijk een paar honderd meter rechtdoor om  met een bocht naar links uit te komen bij de Paterswoldseweg. Aan beide uiteinden van de Hoornsedijk werd destijds tol geheven. Tot 1930 was de dijk in de winter onbegaanbaar. In 1933 werd de dijk verhard in het kader van de werkverschaffing.

Naamgeving

Hoorn of horn verwijst naar een in het water uitstekend stuk land of een hoek bij een dijk. De Hoornsedijk komt lange tijd op deze plek uit. Ergens in de 15e eeuw wordt ‘up den Horn’ door de nonnen van het Asser klooster Maria in Campis een klein vrouwenklooster gesticht, aan de rand van een veenontginningsgebied. Het klooster lag ongeveer bij wat tegenwoordig Damsport heet, in de huidige wijk Hoornse Meer. Het klooster Maria ten Hoorn raakt niet welvarend en wordt rond 1580 alweer gesloten. Wel ontstaat hieruit het buurtschap Hooren of Den Hoorn. Corpus of ‘lichaam’ staat voor land dat een klooster in gebruik had. De tegenwoordige stadswijk Corpus den Hoorn dankt hier haar naam aan.

Bewoning

De bewoning, aan de aanvankelijk onverharde dijk, vindt z’n oorsprong hoofdzakelijk in de veenwinning uit het moerasgebied Neerwold (het huidige Paterswoldsemeer). Van de toen gebouwde vervenershuizen zijn er, zei het gerenoveerd en uitgebreid, nog een aantal aanwezig en bewoond. Tegen het einde van de vervening werd de blik geworpen op agrarische doeleinden en kwamen er veel boerenbehuizingen. In de loop der tijd zijn er bijna 20 kleinere en grotere veehouderijbedrijven aan de dijk ontstaan, waarvan er nog enkele staan, maar nog slechts één melkveehouderij als inkomstenbron heeft.

Het Meerschap heeft veel van de boerderijen opgekocht. De meeste zijn vanwege hun slechte staat afgebroken. De plekken waar boerderijen hebben gestaan, kun je herkennen aan de groepjes bomen en ruige begroeiing. In het vroege voorjaar zie je er vaak nog sneeuwklokjes bloeien.

De Wup

Twee turfoverslagplaatsen langs de Hoornsedijk staan als historische bebouwing op de beleidskaart. Hier stonden arbeidershuisjes die in eigendom waren bij de families Trip en Warmolts uit Groningen of bij Friese veenbazen. Vanuit het veengebied van Neerwolde werd de turf per praam via wijken (afwateringskanaaltjes) naar de overslaglocaties langs de Hoornsedijk aangevoerd. De turf werd door middel van een lange hefboom (wip of wup) aan de andere kant van de dijk in tjalken geladen die in het Hoornsediep lagen aangemeerd. Vervolgens kon de turf via het Hoornsediep naar de stad Groningen vervoerd worden.

Bronnen:  verharding Hoornsedijk , Harener weekblad: geschiedenis Hoornsedijk deel 1 en 2 (bron niet meer digitaal beschikbaar)