Meerkoet

 

De meerkoet is een van de meest algemene watervogels. Zoet water met wat oevervegetatie is genoeg.

Ze zijn volledig donkergrijs gekleurd met een zwarte kop en een spitse, witte snavel en witte voorhoofdsplaat. Volwassen vogels hebben een rood oog. Ze hebben grote, grijsgroene voeten met brede gelobde tenen. Ze zijn ongeveer 38 cm lang en wegen 800-900 gram. Mannetjes en vrouwtjes verschillen nauwelijks. Het mannetje heeft over het algemeen een iets bredere voorhoofdsplaat.
Pasgeboren meerkoeten zien er uit als oude mannetjes met een kale paarse kruin, en oranjerode haren op hun gezicht.

Meerkoeten grazen op gras of zoeken hun eten in het water. Ze eten zaden, insecten, slakken en kikkervisjes, maar ook waterplanten. Door de grote hoeveelheid lucht in hun veren moeten ze moeite doen om onder water te komen. Ze maken een sprongetje bij het duiken en zetten zich met hun poten af. Kort daarop komen ze als een grote dobber weer naar boven.

Het nest wordt aan de waterkant gebouwd van riet en waterplanten, maar ook van drijvend afval zoals stukken papier of plastic. In een nest worden 5 tot 10 eieren gelegd, en ze kunnen wel twee tot drie legsels per jaar hebben.

Tijdens het broedseizoen verdedigen ze hun territorium fel tegen indringers. Ze vechten vaak, daarbij gebruiken ze hun voeten terwijl ze achterover in het water liggen.
Na het broedseizoen zie je meerkoeten in grote groepen bij elkaar op weilanden en in open water.

Meerkoeten hebben een uitgebreide hoeveelheid roepen, allemaal wat keffend of trompetterend (geluid van een autoclaxon).  Bij agressie en intimidatie hoor je een opvallend explosief PT!

Luister naar het geluid van de meerkoet en lees meer