SMART is een afkorting die wijst op de aspecten van een goede doelstelling.
Specifiek: Een goede doelstelling maakt duidelijk wat er precies behaald moet worden. "Ik ga afvallen" is geen specifiek doel. "Ik ga drie keer per week naar de sportschool en ga een koolhydraat arm dieet aannemen" is een specifiek doel.
Meetbaar: Het resultaat van een goed doel kan je meten. Bedenk van tevoren hoe je het effect van jullie werk zou kunnen meten nadat je het hebt uitgevoerd. "Ik ga afvallen" is ook in dit geval niet goed te meten, maar "ik ga 12 kilo afvallen" wel.
Acceptabel: Iedereen die meewerkt aan je project moet het eens zijn dat de doelstelling haalbaar is. Iemand in de groep (deel van) de doelstelling niet kan voltooien, hebben je doelen ook weinig zin.
Realistisch: Is het redelijk om te verwachten dat je doelen ook daadwerkelijk gehaald gaan worden? Als de lat te hoog legt, loop je het risico dat je werk mislukt.
Tijdsgebonden: Maak duidelijk in welke periode je dit werk wilt afronden.