Jullie hebben er al van gehoord van het klimaat systeem van Köppen. Dit hebben jullie vorige lessen gedaan door aan de slag te gaan met klimaatdiagrammen en die diagrammen zelf te maken. Het Köppen systeem om verschillende klimaten aan te duiden doormiddel van twee letters. In deze les gaan jullie zelfstandig aan de slag met het oefenen van het Köppen systeem
Deze les is als volgt ingedeeld:
Je begint hier met lezen van deze introductie
Dan ga je verder naar het kopje klimaten en lees je alle klimaten door
Na elk kopje te hebben gelezen ga je aan de slag met wat opdrachtjes onder het kopje: Check
Dan ga je de oefentoets maken. Zo kun je zien hoeveel je hebt onthouden van de lesstof die je hebt bestudeerd.
De leerdoelen van deze les:
Je kent de kenmerken van de vijf klimaten A, B, C, D en E volgens het systeem van Köppen.
Je kunt aan de hand van een klimaatgrafiek bepalen welk klimaat een plaats heeft.
Je begrijpt waarom het op het noordelijk halfrond zomer is als het op het zuidelijk halfrond winter is en andersom.
Je weet waar de toevoegingen f, s en w voor staan bij het A-, C- en D-klimaat.
Je kent de toevoegingen en hun betekenis bij het B- en E-klimaat.