Er konden in deze tijd nog niet zoveel mensen rekenen simpelweg omdat daar nog nooit behoefte aan was geweest. De farao leidde overheidsdienaren op in goed rekenen zodat ze specialisten in wiskunde werden. Die slimme rekenaars noemen we scribenten. Tijdens die opleiding moesten de studenten aan de slag met wiskundige problemen waar iedereen steeds meer tegenaan liep (Van den Bogaart & Daems, 2017)
Zij konden bijvoorbeeld berekenen hoeveel belasting een boer moest betalen aan de farao voor het stuk grond dat hij pachtte. Of ze konden de boeren helpen bij het berekenen van de hoeveelheid grondstoffen die nodig zou zijn om het land volledig te kunnen zaaien.
De hele slimme scribenten zijn ingezet om berekeningen te maken die bij de bouw van de piramides nodig waren. Daar komen we later nog op terug.
Er was één scribent en die had een handige woordformule bedacht om snel de pacht te kunnen berekenen die elke boer moest afdragen aan de farao.