Bekijk hieronder een kort filmpje over adverbs. Lees daarna goed de uitleg onder het filmpje goed door.
Herhaling adverbs https://www.youtube.com/watch?v=L0USJe44yS4
Recap:
Adverbs (bijwoorden) vertellen op welke manier of hoe vaak iets gebeurt.
Een adverb kan over 3 woordsoorten iets zeggen:
- werkwoord (verb)
- adjective (bijvoeglijk naamwoord)
- andere adverb (bijwoord)
Adverbs maak je door de adjective vorm te pakken en -ly erachter te plakken (beautiful - beauifully)
Adverbs of frequency geven aan hoe vaak iets gebeurt, voorbeelden: never, always, usually. Deze staan voor het werkwoord. Andere adverbs staan achter het werkwoord of voor een adjective.
Exceptions (uitzonderingen):
Sommige bijwoorden veranderen anders dan de standaard (+ -ly) of veranderen helemaal niet als je er een bijwoord van maakt.
- Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -y --> -ily (easy --> easily)
- Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -le --> de -e valt weg (terrible --> terribly)
- good --> well (dus niet: goodly) (He is good --> He runs well)
- Bij sommige bijvoeglijke naamwoorden plak je géén -ly erachter om een adverb te vormen, die blijven in dezelfde vorm:
LET OP!
- Bij linking verbs komt er géén adverb, maar een adjective:
NIET: He looks beautifully
WEL: He looks beautiful