Nu je weet wat een zelfstandig naamwoord is, doen we er een schepje bovenop. Je kunt zinsdelen aanvullen door kenmerken of eigenschappen van de zelfstandig naamwoorden toe te voegen.
Deze kenmerken of eigenschappen noem je bijvoeglijk naamwoorden. Dat zegt dus iets over het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
De auto reed over de weg.
De rode auto reed over de smalle weg.
'rode' en 'smalle' zijn bijvoeglijk naamwoorden die informatie geven over de zelfstandig naamwoorden 'auto' en 'weg'.
Bijvoeglijk naamwoorden staan echter niet altijd vóór een zelfstandig naamwoord:
De auto is groen.
Mijn moeder is erg lief.
De telefoon is kapot gegaan.
Denk je dat je dit snapt? Ga dan door naar de oefeningen!
Vind je dit lastig en wil je wat extra uitleg? Kijk dan dit filmpje:
Extra uitleg video BNW