Sociale voorzieningen en de consumptiemaatschappij
Het harmoniemodel, de geleide loonpolitiek en de Marshallhulp hadden tot gevolg dat Nederlandse economie begon te draaien. Ook waren de Nederlandse producten goedkoop voor het buitenland. De export groeide en Nederland werd langzaamaan welvarend. Het ging zo goed dat de samenleving flink op de schop kon: niet alleen wegen, bruggen, huizen en fabrieken werden opnieuw opgetrokken. Daarnaast kwam de overheid ook echt met plannen om alle mensen te helpen die in armoede leefden. ‘Nooit meer armoede’ werd in wetten en maatregelen vastgelegd. We noemen dit de verzorgingsstaat. De verzorgingsstaat is een door de overheid opgezet stelsel van wetten en regels dat ervoor zorgt dat je nooit in armoede hoeft te leven. De overheid zorgt voor de burgers. Dit wordt gedaan door middel van sociale voorzieningen. Dit zijn wetten dat als je niet kunt werken omdat je ontslagen bent of vanwege ouderdom, ziekte of een beperking je recht hebt op een uitkering.
Twee voorbeelden van wetten van de verzorgingsstaat:
De grondlegger van de verzorgingsstaat is Willem Drees. Hij was minister president en heeft een hoop van deze wetten bedacht. Deze verzorgingsstaat hebben we tot op de dag van vandaag nog steeds. Hij wordt alleen wel steeds aangepast aan de omstandigheden.
Het gaat steeds beter met de economie. Er is voor iedereen werk. Het gaat na 1960 zelfs zo goed dat werkgevers moeite krijgen om voldoende personeel te vinden. Steeds meer bedrijven betalen hogere lonen dan is afgesproken. Zo hopen ze voldoende personeel te kunnen krijgen. De welvaart neemt hierdoor nog verder toe. De krappe arbeidsmarkt maakt de positie van de arbeiders sterker. Vakbonden vechten voor nog hogere lonen. Er breken steeds vaker stakingen uit. De lonen stijgen rond 1963 zo snel dat er sprake is van een loonexplosie. Mensen houden door de loonstijgingen geld over. Daardoor ontstaat een consumptiemaatschappij. In een consumptiemaatschappij geven mensen geld uit aan luxeartikelen als bromfietsen, auto’s en huishoudelijke apparaten. De stofzuiger, wasmachine en koelkast zorgen ervoor dat de taak van huisvrouwen lichter wordt. De mensen krijgen daarnaast vrije tijd door de invoering van de vijfdaagse werkweek in 1960. Verder krijgt iedereen recht op vakantiedagen en kunnen zelfs arbeiders op vakantie. Nederland is nu nog steeds een consumptiemaatschappij.
Iedereen had een goed betaalde baan, maar er bleef nog steeds werk over. De Nederlandse regering haalde daarom gastarbeiders uit landen rondom de Middellandse zee. Deze mensen kwamen in eerste instantie voor een paar maanden, maar deze mensen bleven in Nederland wonen, omdat het in Nederland veel beter was dan in hun eigen land. Zij haalden ook hun gezinnen naar Nederland. Hierdoor ontstond een multiculturele samenleving in Nederland.
Gebruik je document van de vorige les en zet de volgende opdrachten eronder
Opdracht 3:
Bekijk het onderstaande filmpje en beantwoord de vragen in je Word document.
Verzorgingsstaat | |
Sociale voorzieningen | |
AOW | |
Loonexplosie | |
Consumptiemaatschappij | |
Gastarbeiders | |
Multiculturele samenleving |