Opdracht 1

Opdracht 1: Wat wil ik & hoe kom ik daar?

Bij vraag 1 t/m 5 staat jouw (mogelijk) toekomstige baan centraal. Het is natuurlijk helemaal niet gezegd dat je dit beroep later ook echt gaat uitoefenen. Maar bij maatschappijleer leer je bij het hoofdstuk Werk onder anderen over arbeidsomstandigheden.

Stap 1: Maak een logisch stroomschema à zie voorbeeld blz. 3

Je start bij vraag 1 met het beschrijven van jezelf. Vervolgens het beroep dat je wilt gaan doen & als laatste zet je de mogelijke opleiding ertussen. Pas als je deze 3 ‘stappen’ op papier hebt ga je bij je beroep voor- & nadelen toevoegen. Daarbij vertel je wat over wat het werk zo interessant maar misschien wel zwaar maakt. Je gaat nu dus eerst deze 5 vragen op een creatieve manier beantwoorden op de voorkant van de poster:

 

1. Welke opleiding doe ik nu, waar ben ik goed in & wat interesseert me?

2. Welke opleiding ga ik volgen voor het beroep dat ik wil?

3. Wat zijn de werkzaamheden die ik ga doen?

4. Wat zijn de voordelen noem er minimaal 3 (salaris/ werktijden)?

5. Wat zijn de nadelen noem er minimaal 3 (fysiek of emotioneel zwaar werk, of beide)?

Voor een voorbeeld van hoe de poster er na vraag 5 uit zou kunnen zien kun je even doorbladeren naar de volgende bladzijde.