pH (zuurgraad)

uitzoeken

► Een hap uit een citroen smaakt zo zuur dat bijna iedereen een 'zuur gezicht' trekt maar pers je een citroen uit in een glas water smaakt (is) dat al veel minder zuur. En sinaasappelsap smaakt/is al veel minder zuur dan een citroen. Hoe komt dat nou?

Eigenlijk heel simpel:

hoe hoger de molariteit (concentratie) van de H+ / OH -ionen

hoe zuurder / basischer de oplossing

 

► Hoe zuur/basisch een oplossing is wordt in de scheikunde uitgedrukt met de "zuurgraad" oftewel de pH. En zoals je nu misschien al verwacht (zie boven) is de pH te berekenen uit de molariteit van de H+ / OH -ionen in de oplossing.

 

In dit blok ga je uitzoeken hoe dat nou precies zit met die zuurgraad / pH en hoe je die dan kan berekenen uit de molariteit/concentratie van de H+ / OH -ionen in de oplossing.

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Maak in je document "Zuren & basen" een nieuw hoofdstuk "pH (&) berekeningen" aan en maak de volgende vragen & opdrachten

1. Zoek van de volgende stoffen de pH op en zet de stoffen (mét pH) in volgorde van basisch zuur: cola, melk, bleekmiddel, azijn, bloed, handzeep, citroensap, gedestilleerd water, gootsteenontstopper, maagsap.

2. Bereken de pH van de volgende oplossingen; geef bij élke uitwerking de volgende stappen:

Een oplossing van 3,27 mgr zoutzuur in 1,5 * 103 L water

Een oplossing van 3,27 * 103 gr zwavelzuur in 1,0 liter water

Een oplossing van 4,0 mgr natronloog in 250 mL water

Een oplossing van 4,0 * 103 gr ammoniak in 0,33 * 103 liter water

 

2. Bereken de hoeveelheid zuur/base (in gram) van de volgende oplossingen; geef bij élke uitwerking de volgende stappen:

Een salpeterzuur-oplossing van 500 mL met een pH van 3,6

Een kaliumhydroxide-oplossing van 0,1 L met een pH van 12,92