Jij hebt gekozen voor het onderdeel 'schwer'.
Zometeen ga je oefenen met de vraagwoorden. Op deze webpagina staan verschillende oefeningen.
Heb jij alle oefeningen gedaan?
Dan ben je klaar voor de toets!
Oefening 1: Leren met Quizlet
Je begint zometeen eerst met het leren van vraagwoorden. Hierbij kies je minimaal 2 soorten van van leren. Kies uit:
- Leren: Frageworter | Quizlet
- Combineren: Frageworter | Quizlet
Oefening 2: Oefenen met Edpuzzle
Nu je de vraagwoorden hebt geoefend met quizlet, kun je de meeste vraagwoorden al uit je hoofd. Bekijk de video en maak de vragen bij de video.
De video is moeilijker gemaakt door de theorie niet nog een keer te herhalen!
Oefening 3: Vragen in de zin
Wat betekenen de vragen uit de oefening? Schuif het juiste woord naar de juiste plek. Let op: Kijk goed wat de vraag betekend!
Oefening 4: Oefenen met haben-sein-werden
In het Duits zijn er drie belangrijke hulpwerkwoorden. In de volgende les gaan ik jullie uitleg over dit onderwerp geven. Maar jullie gaan nu alvast oefenen met de werkwoorden. Deze werkwoorden kun je ook goed gebruiken bij het stellen van vraagwoorden. Denk bijvoorbeeld aan: 'Waar is hij'. Bekijk het filmpje en zet de video stil bij de opgaven. Maak de opgaven in onderstaande oefening.
Haben-sein-werden https://youtu.be/yMWyavSq118