Nu hebben we een goede basis gelegd voor de volgende stap, het berekenen van de oppervlakte van een driehoek. Nu denk je misschien, hoe kan dit zo veel moeilijker zijn dan bij rechthoeken? Het grote verschil zit in de termen. Een driehoek heeft namelijk geen lengte en breedte, maar een zijde en (bijbehorende) hoogte. Hier komen we later op terug.
Een driehoek is technisch gezien de helft van een rechthoek, kijk maar naar de afbeelding hieronder:
De oppervlakte van een rechthoek konden we al uitrekenen met de formule: oppervlakte rechthoek = lengte • breedte. Nu we weten dat de driehoek eigenlijk de helft van de rechthoek is, kunnen we deze dus ook uitrekenen. Dit werkt op de volgende manier:
Oppervlakte rechthoek = lengte • breedte
Oppervlakte rechthoek = 4 • 2
Oppervlakte rechthoek = 8 cm2.
Oppervlakte driehoek ABC = 8 : 2
Oppervlakte driehoek ABC = 4 cm2.
Deze manier van de oppervlakte van een driehoek berekenen noemen we inlijsten.