Om uit te kunnen leggen hoe een rechtsstaat werkt is het belangrijk om te weten wat een rechtsstaat is. Een staat kan worden beschreven als een land dat politieke beslissingen kan nemen die voor al haar burgers gelden. Een rechtsstaat is een land waar de rechten en de plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd. Deze staan beschreven in de grondwet. De rechten en plichten van de burgers en de overheid zorgen er voor dat een land bestuurt kan worden. Rechten geven aan wat je mag doen of waar je recht op hebt, een plicht bepaalt wat je moet doen.
Een rechtsstaat heeft 5 belangrijke kenmerken:
Er is een grondwet die voorschrijft hoe de overheid en de burgers met elkaar om moeten gaan. Daarin staan de belangrijkste rechten en plichten van de burgers. Er staat ook in hoe een regering gekozen moet worden en wat de overheid wel en niet mag doen.
In de grondwet staan grondrechten, de belangrijkste rechten die in de wetgeving gelden. Voorbeelden van grondrechten zijn vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en het recht op privacy. Een overzicht van de grondrechten in Nederland zie je in bron 3.
Een belangrijke grondrecht staat beschreven in artikel 1 van de Grondwet: allen die zich in Nederland voordoen, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Volgens dit artikel zijn alle burgers voor de wet gelijk. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke voorkeur, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is verboden. Als je je schuldig maakt aan discriminatie kun je veroordeeld worden door de rechter.
Grondrechten zijn niet alleen van belang voor de rechtsstaat, maar ook voor de democratie.
De overheid moet zich houden aan wat in de wet staat. In de wet ligt vast welk gedrag strafbaar is en ook hoe crimineel gedrag wordt opgespoord en vervolgd. Daardoor weet je als burger dat je door de overheid op dezelfde manier wordt behandeld of bestraft als de ander. We noemen dit ook wel rechtsbescherming, burgers worden beschermd tegen een te grote overheidsmacht en tegen willekeur door de overheid.
De macht binnen een land mag niet in handen zijn van één persoon of van een kleine groep. Dan bestaat de kans dat de overheid haar macht gaat misbruiken. Daarom is er een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht. Dat betekent dat een rechter ook iets kan beslissen tegen een minister of andere bestuurders. Als een gemeente bijvoorbeeld een weg naast jouw huis wil aanleggen, kun je protest aantekenen en zelfs een rechtzaak tegen de gemeente beginnen. Als de rechter je gelijk geeft, dan moet de gemeente de weg ergens anders aanleggen. De rechter geeft dus niet altijd de gemeente of een minister gelijk.
Burgers hebben invloed op de manier waarop het land wordt geregeerd. Dit betekent dat een rechtsstaat ook altijd een democratie is, een staatsvorm waarin burgers invloed hebben op de besluiten van de politici.