Leeruitkomsten beschrijven de uitkomst of het resultaat van een leerproces. Leeruitkomsten beschrijven wat een student wordt geacht te weten, te begrijpen en te kunnen toepassen na afronding van een leerperiode en heeft een substantiële omvang. Een leeruitkomst geeft aan wat de student of afgestudeerde daadwerkelijk kan in termen van beroepsprestaties. De leeruitkomst bestaat uit een beschrijving en een specificering in beschreven criteria (Bron: Avans onderwijsmodel).
Een leeruitkomst geeft een duidelijke omschrijving van een (deel)beroepsprestatie die iemand levert. Daarmee toont iemand een stukje van de beroepsbekwaamheid aan. De leeruitkomst omschrijft NIET het leerarrangement dat de student moet doorlopen om de (deel)beroepsprestatie te realiseren. Dit om te zorgen dat er meerdere mogelijkheden zijn om de beroepsprestatie te realiseren. Met andere woorden, om te zorgen dat het onderwijs leerwegonafhankelijk is.
De leeruitkomst, is in de metafoor van de boekenkast, de beschrijving van de uitkomst. Waar moet de boekenkast aan voldoen? Hoeveel boeken moeten er is? Dient er een kenmerk van een kunststroming te worden toegepast. Welke technieken wil je zien? Welke kennis is voorwaardelijk om de prestatie te leveren? Welke extra bronnen dient de student te zoeken en te gebruiken? Welke hulp is voor handen? Welke beroepsstandaarden dienen gebruikt te worden? Met wie dient er samengewerkt te worden?
Een leeruitkomst beantwoord al deze vragen. Het laat zien wat we aan het einde van een student verwachten. De student kan zodoende inschatten welke aspecten hij/zij dient te leren en op welke aspecten hij/zij mogelijk al ervaring heeft. Het geeft een kapstok om samen met docenten het leerproces vorm te geven. Je kunt immers niet vragen naar wat je nog niet weet.
De mogelijkheden van leeruitkomsten
Onderwijs met leeruitkomsten in plaats van leerdoelen biedt de mogelijkheid om meer rekening te houden met de interesses, voorkeur etc. van de student. Leeruitkomsten beschrijven het gedrag, vaardigheden en kennis die een student dient aan te tonen. De weg om daar te komen kan op verschillende manieren ingevuld worden. Door leeruitkomsten (…) te beschrijven wordt het mogelijk een diversiteit aan flexibele leerwegen te realiseren en tegelijkertijd te waarborgen dat studenten voldoen aan dezelfde eisen qua inhoud en niveau (Rinnooy Kan, 2014, p.20). Kortom: door standaardisering van de lat aan het einde, is er ruimte voor flexibilisering in de weg er naartoe.
Doordat het eindpunt vaststaat, is er ruimte om de weg er naar toe op verschillende manieren vorm te geven. Dat houdt niet in dat de weg er naartoe voor iedereen anders is. Dat is niet organiseerbaar voor ons als docenten en niet studeerbaar voor studenten. Doordat je niet kunt vragen naar wat je niet weet, heb je handvatten nodig om te kunnen leren. Een leeruitkomst biedt dus enerzijds de handvatten en anderzijds de ruimte om ook op andere manieren (onderdelen) eigen te maken.
Van landelijk werken met leeruitkomsten in de deeltijd naar deeltijd én voltijd
Het werken met leeruitkomsten is in 2014 door de commissie Rinnooy Kan geadviseerd voor deeltijdopleidingen om meer flexibiliteit te realiseren voor werkend lerenden. Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen die maken dat er landelijk een grotere behoefte is aan flexibilisering en de mogelijkheid om modules in de vorm van certificaten (mircocredentials) te erkennen, ligt er nu een wetvoorstel dat het mogelijk maakt om ook in de voltijd met leeruitkomsten te gaan werken. We zijn als Avans dus niet de enige die hun onderwijs hierom herontwerpen.
We willen bij Avans grotere eenheden en minder toetsen creëren. Dat kan alleen bij leeruitkomsten van grotere omvang. Dit is een organisatorische keuze. Er liggen wel wat onderwijskundige redeneringen achter, maar er is geen enkel onderzoek dat zegt dat het precies drie of maximaal drie moeten zijn. Er zijn echter ook geen onderwijskundige bezwaren. Dat er maximaal 3 leeruitkomsten per eenheid mogen zijn, staat wel zo in AEP. Hiervan kan niet afgeweken worden. Een mogelijkheid om hier goed mee om te aan zit in meer integraal toetsen, en vooral formatief toetsen, waarbij een student meerdere bewijsstukken moet maken. Als er maar niet allemaal subtoetsjes ontstaan. Als je met een toetsmatrijs werkt, dan wordt het een mooi geheel wat werkbaar is voor docenten. Dat gaan we uitvinden in experimenten. Het werkt bij deeltijd goed.
Wat dit precies voor de BSA gaat betekenen zijn we nu aan het uitzoeken. Zeker ook omdat er steeds meer discussies wat nu precies de rol en de invulling van de BSA dient te zijn in een meer flexibel curriculum.
Vanuit het beginners/experts paradigma speelt dat het in de eerste twee jaren leerpsychologisch gezien beter is om iets op te knippen of in kleinere eenheden te leren dan in hogere jaren. Daarom kunnen we voorstellen dat je met name in de eerste 2 jaar nog gaat kiezen voor 3 leeruitkomsten, maar gaandeweg de jaren, wanneer complexiteit hoger wordt, men met een integraler vraagstuk langzaam toegaat naar 1 leeruitkomst.
Een leeruitkomst bestaat uit een aantal verplichte onderdelen. Hieronder volgt een overzicht van deze onderdelen en vanuit welk kader ze verplicht zijn om op te nemen:
Wat | Toelichting | Waarom |
(deel) beroeps-prestatie herkenbaar voor het werkveld (gedrag) | Een leeruitkomst geeft een duidelijke beschrijving van een (deel)beroeps-prestatie die iemand in staat is om te tonen (actie die iemand heeft uitgevoerd en beheerst (gedrag)). Deze (deel)beroepsprestatie is herkenbaar voor het werkveld. |
|
Eindkwalificaties |
|
|
Kennis en vaardigheden uit de BOKS | Welke kennis en vaardigheden uit de BOKS nodig zijn (inhoud) om deze leeruitkomst. |
|
Standaarden & methoden uit het vakgebied/beroep | Welke welke actuele kaders, richtlijnen, professionele normen, wetgeving en vakliteratuur (standaarden/methoden) van belang zijn bij deze beroepsprestatie/ dit beroepsproduct |
|
Scope/ context/ complexiteit |
|
|
Beoordelingscriteria |
|
|
Centraal in een leeruitkomst staat de deelberoepsprestatie die de student moet aantonen met een omschrijving van de context en complexiteit. Dit is een voor het werkveld herkenbare omschrijving en voor studenten een aansprekend voorbeeld dat motiveert om ermee aan de slag te gaan.
Qua vorm is de leeruitkomst een lopend verhaal dat de verschillende onderdelen beschrijft. De leeruitkomst is geen opsomming van kennis en vaardigheden waar de student aan moet voldoen maar een toegankelijke beschrijving, die alle vijf de onderdelen bevat en de student een beeld geeft van wat er van hem/haar verwacht wordt. Alle beoordelingscriteria dienen in de leeruitkomst te zitten (NVAO, 2017) en mogen voor de student geen verrassing zijn achteraf.
1] Gebaseerd op: Formuleren van leerdoelen van Hilde ter Horst en Riet Martens / Stichting Nederlands Register Opleidingen.