Veel gestelde vragen

Hieronder worden de volgende vragen beantwoord:
1. Wat zijn de ervaringen van andere hogescholen?
2. Wat zijn de ervaringen van de AVD?
3. Ontwikkelen we eigenlijk nieuw onderwijs voor 10% van de studenten en wil het gros gewoon de klassieke opleiding?
4. Waar moet in 2025 in ieder geval aan voldaan zijn?
5. Op hoeveel ontwikkeltijd moet een opleiding rekenen?

 

1. Wat zijn de ervaringen bij andere hogescholen?

Er zijn nog geen onderzoeken naar flexibilisering van onderwijs beschikbaar. De zone Flexibilisering van het Versnellingsplan Onderwijs met ICT is een goed startpunt voor verdere informatie. Vanuit deze zone ontstaat er een nieuw netwerk flexibilisering. Een wat ouder netwerk is het Netwerk Leven Lang Leren. Avans loopt dus vooruit. Er zijn nog maar enkele hogescholen (Windesheim bv), die zo ver zijn als wij om in hun visie op onderwijs flexibiliteit en persoonlijke leerroutes als uitgangspunt te nemen.  Maar is, vooralsnog, geen andere hogeschool,  die een hierop gebaseerd onderwijsmodel met zulke richtinggevende organisatieafspraken als wij, er doorheen heeft gekregen. Hogescholen durven het niet aan om uitspraken te doen over leeruitkomsten, modules, 15 ec etc. Dat laten ze meestal over aan de opleidingen, wat de flexibiliteit over opleidingen heen bemoeilijkt.

Bij Avans gaan we over de opleidingen heen door bv met ISAT partners bij elkaar te zitten om gezamenlijke leeruitkomsten te formuleren. Dat gebeurt nu ook bij hogeschool Windesheim. Daar hadden ze eerst de ambitie iedere student een eigen leerpad te laten maken, maar daarvan hebben ze, net als bij ons, 60 ec vrije ruimte van gemaakt Hogeschool Windesheim en de Hanzehogeschool zijn er heel serieus mee bezig.
In het Avans onderwijsmodel zijn heel bewust keuzes gemaakt,  voor NLQF, voor de tuning-systematiek bij het beschrijven van leeruitkomsten. Dit zien we ook terug in landelijke en internationale ontwikkelingen. Er is bewust gekozen om in het onderwijsmodel van didactiek en inhoud weg te blijven. Daarin zit de ruimte voor opleidingen om keuzes te maken. Alleen waar we aan de achterkant dingen nodig hebben om flexibiliteit te regelen, hebben we uitspraken gedaan.

 

2. Wat zijn de ervaringen van de AVD?

De AVD is wel ver als het gaat om een modulair systeem en (technische facilitering door middel van) AEP en ASP. Het gros van de deeltijd-studenten schrijft zich nog wel in voor een opleiding. Het onderwijs is modulair ontwikkeld, dit houdt in dat de volgorde in de AD en in de bacheror niet vast ligt. Wel geeft de opleiding een aanbevolen route voor studenten die graag een getuigschrift willen behalen. Deze is ook zichtbaar in ASP.

De AVD is op weg naar het implementeren van de 25% vrije keuze ruimte. Per opleiding wordt gekeken in welk tempo dit gerealiseerd kan worden. Naast de stamopleiding worden er ook stamoverstijgende modules ontwikkeld zoals Avans Innovative Studio, module veranderen.

In het najaar van 2021 wordt bij alle blauwdrukteams een evaluatie uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn in concept weergegeven in deze powerpoint en worden begin 2022 gedeeld in een rapport.
Successen: onderwijs in modules, op NLQF 5 en 6 niveau, (tijd) inplannen.
Aandachtspunten: professionalisering, concept docentontwikkelteams bekend.

De Pabo heeft ook lessons learned die we meenemen. Die ervaringen kunnen we nog explicieter maken. En dan met name de ‘fouten’ expliciteren en zorgen dat men niet zelf het wiel hoeft uit te zoeken.

 

3. Ontwikkelen we eigenlijk nieuw onderwijs voor 10% van de studenten en wil het gros gewoon de klassieke opleiding?

We zijn op weg naar de toekomst.

Berichten uit mailbox van IB docent
René van der Burgt

Met flexibele studentroutes zetten we nu de eerste stap om binnen huidige wet- en regelgeving meer flexibiliteit mogelijk te maken. Als de student dat wil, kan deze buiten de stam andere ervaringen op doen, verbredend, verdiepend, interdisciplinair. Het gaat om wat de student wil. Studenten zijn het nog niet gewend en zullen dus wellicht eerst nog geholpen moeten worden bij de keuzemogelijkheden.
Als hogeschool ben je ook klaar voor de toekomst als microcredentials belangrijker worden. Wanneer diploma's wellicht wat minder belangrijker worden en certificaten belangrijker (zeeker in het kader van Leven Lang Ontwikkelen), meer crossovers nodig zijn en het werkveld behoefte heeft aan een andere student. Namelijk breder of verdiepend opgeleid.

Om studenten te laten kiezen moeten we daar ook begeleiding opzetten. Het is nodig om SLB door te ontwikkelen, zodat studenten ook bewust begeleid gaan worden. Je eigen leerroute kiezen zit niet per definitie in elke student en daarom is het belangrijk om er aandacht voor te hebben. Uit landelijke ontwikkelingen weten we: hoe beter de SLB geregeld is bij een opleiding en hoe beter de student begeleiding, hoe meer studenten gebruik maken van de mogelijkheden van de flexibilisering die er zijn. Dit is dus één van de bepalende succesfactoren. Of een georganiseerde faalfactor als je dit niet expliciteert. Andere voorwaarden zijn de geijkte: directie die het uitdraagt, facilitering, visie etc.

En dan moeten eerst de modules er zijn om te kunnen kiezen.  Dè student en hèt werkveld bestaan niet. Daarom moet je een systeem hebben dat voor alle studenten en werkvelden een passende oplossing biedt. De kennisbasis en een bepaalde volgorde kan dan nog steeds belangrijk zijn. Bijvoorbeeld door in de eerste anderhalf jaar de basis te leggen. In die zin is het ook afhankelijk van opleiding en werkveld of je nu al zelfs in de stam keuzemogelijkheden maakt.

4. Waar moet in 2025 in ieder geval aan voldaan zijn?

Het bouwblok Onderwijs heeft mijlpalen geformuleerd. We werken met een meerjaren planning, waarbij de mijlpalen leidend zijn. De laatste tranche opleidingen die aan herontwerp van het curriculum begint, zal in september 2023 de blauwdruk van de opleiding in AEP hebben moeten staan en in september 2024 in ASP alle modules van NLQF 5. Dus de eerste twee jaar + de vrije keuze modules moeten opgenomen zijn in ASP. Van het eerste jaar moet het ook in het LMS (Brightspace) zitten. Dit betekent dus dat in 2024 studenten starten met een meer flexibel leertraject en dat we de onderwijstransitie in 2025 verder afmaken (dus de modules op NLQF 6 niveau).

5. Op hoeveel ontwikkeltijd moet een opleiding rekenen?

We hebben het over 3 fasen: fase 1: verkennen/ oriënteren; fase 2: blauwdrukontwikkeling; fase 3: moduleontwikkeling. Verkenning is afhankelijk van de context waarin je je bevindt. Met de ISAT partner samenwerken gaat meer tijd kosten dan wanneer je een zogenaamde ‘stand alone’ bent (dus geen ISAT partner binnen Avans hebt). Of als je opleiding in een cluster zit dat gelijk blijft en je al veel samenwerkt, zal dat minder tijd kosten dan wanneer dat niet het geval is. Hoe lang de oriëntatie is, is dus van verschillende variabelen afhankelijk. Het bouwteam Onderwijs is een tool aan het ontwikkelen, waarmee meer duidelijkheid komt. De tool is o.a. gebaseerd op gegevens van AVD en de experimenten en zal klaar zijn voorafgaand aan de 2e kwartiermakersopdracht (loopt tot juni-sept 2022). Deze tweede kwartiermakersopdracht is meer inhoudelijk en omvattend van aard dan de eerste. Het bouwblok Onderwijs wil hierop aansluiten door ondermeer gebruik te maken van de informatie uit de Wiki-BOT, welke door de waardestroom Ontwikkelen Onderwijs wordt gevuld (https://maken.wikiwijs.nl/173358/Ontwikkeling_van_de_blauwdruk_in_de_BOT )