In het rapport van de Adviescommissie 'Flexibel hoger onderwijs voor werkenden' onder leiding van Rinnooy Kan (2014) wordt het werken met leerwegonafhankelijke toetsing en beoordeling op basis van leerwegonafhankelijke leeruitkomsten gezien als succesfactor en behulpzame randvoorwaarde voor flexibilisering; ‘standaardisering voor flexibilisering’. Niet het onderwijsprogramma, de lessen van de docent en specifieke literatuur staan centraal, maar de leerresultaten van de student.
Een leerwegonafhankelijke toetsing van leeruitkomsten maakt het mogelijk om te beoordelen wat mensen hebben geleerd ongeacht welke leerweg zij hebben gevolgd om deze leerresultaten te bereiken.
Leren is persoonlijk. Ieder mens leert op een andere manier en een ander moment. Leerwegonafhankelijk toetsen is het beoordelen van leeruitkomsten, ongeacht in welk leertraject deze leeruitkomsten zijn ontwikkeld. De (leerwegonafhankelijke) toets wordt ontwikkeld op basis van de leeruitkomst en niet op basis van het (gegeven) onderwijs. Bij leerwegonafhankelijk toetsen liggen de leeruitkomsten vast en kan de weg daar naar toe, de leerweg, dus verschillen (Klarus, 1998). Voor een leerwegonafhankelijke toets maakt het niet uit welk leertraject een student heeft gevolgd. De voorbereiding van de student kan bestaan uit online leren, werkplek leren, het volgen van contactonderwijs of een combinatie hiervan. Een student toont via een leerwegonafhankelijke toets aan dat deze de leeruitkomst beheerst en behaalt hiermee studiepunten. Een leerwegonafhankelijke toets wordt ook wel een LOT genoemd.
Een belangrijk verschil tussen een leerwegonafhankelijke toets en een ‘gewone’ toets is dat een leerwegonafhankelijke toets is gebaseerd op leeruitkomsten. Je toetst of de student een leeruitkomst heeft behaald. Dit is een nieuw uitgangspunt. Eerdere toetsen waren namelijk vaak gebaseerd op basis van wat in de lessen is behandeld of in de behandelde literatuur wordt beschreven. Hierbij is het belangrijk dat er sprake is van constructive alignement tussen de leeruitkomst en de LOT.
In principe kan elke toetsvorm bij leerwegonafhankelijke toetsing worden ingezet. Belangrijk is dat de toetsvorm zo dicht mogelijk bij de betreffende beroepsprestatie ligt.