Begrip |
Uitleg Begrip |
Cel |
De cel is het kleinste ding wat je als ‘levend’ kan beschouwen, elk dier/bacterie bestaat uit heeel veel cellen (om je een beeld te geven de mens heeft 30 tot 37,2 biljoen cellen, een biljoen is een 1 met 12 nullen) |
Celmembraan |
Het celmembraan is een wand aan het uiteinde van de cel, het doel van de wand is om stoffen door te laten die in en uit de cel gaan. Dit gaat half doorlaatbaar. Dat betekent dat alleen sommige stoffen die klein genoeg zijn erdoor heen gaan. Als een grote stof komt zal die er nooit doorheen passen |
Cellichaam |
het Cellichaam is de cel, het is alles wat er in de cel gebeurt en alles wat er in de cel zit (op de celkern na). Het cellichaam bestaat uit cytoplasma, wat maar liefst voor 75% uit water bestaat. Het bestaat natuurlijk ook uit voedingstoffen die jij binnen krijgt om energie te krijgen om de dag door te komen. |
Cytoplasma |
Cytoplasma is een vloeibare stof die voor 75% uit water bestaat, voor de rest bestaat het uit eiwitten, koolhydraten en mineralen die je dagelijks binnenkrijgt. De cel is als het ware gevuld met cytoplasma en dit is ook nodig zodat je al die voedingstoffen kan omzetten in energie om te blijven leven. |
Celkern |
De celkern is moet je zien als een kleine cel in een cel. Hij is net als de cel omgeven door een wand genaamd het kernmembraan, heeft ook plasma maar dan heet het kernplasma. De rede waarom deze kleine cel in een cel bestaat is omdat er iets heel belangrijks in wordt bewaakt namelijk chromosomen. |
Kernmembraan |
Zie celkern |
Kernplasma |
Zie celkern |
Chromosomen |
Als jij in de spiegel kijkt zie je hoe je eruit ziet. Je ziet bijvoorbeeld dat jij blauwe, bruine of zelfs groene ogen hebt. Alles wat jij bent stamt voort uit wat er op je DNA staat. Chromosomen bestaan uit DNA, het is de erfelijke code die ervoor zorgt dat jij eruit ziet zoals jij eruit ziet. Dit moet dus extra beschermt worden zodat jij kan blijven bestaan. |
Animale levensverrichtingen |
Animale levensverrichtingen zijn de functies waarop de cel kan regeren door verandering. |
Vegetatieve levensverrichtingen |
Vegetatieve levensverrichtingen zijn de functies die voorbestaan mogelijk maken. |
Celdeling |
Naarmate je leeft worden je cellen ouder, slijten ze of gaan zij dood omdat zij al lang meegaan. Dit betekent dat de cel vervangen moet worden. Dit gebeurt doormiddel van celdeling. |
Directe celdeling |
Directe celdeling is als de celkern en cellichaam tegelijk delen, dit betekent dat het op het zelfde moment in tweeën splitst om een nieuwe cel te maken. Dit gebeurt bij mensen nooit, bij 1-cellige is dit wel het geval. |
Indirecte celdeling |
Indirecte celdeling is als de celkern zich eerst deelt en daarna pas de cellichaam. |
Mitose |
Mitose gebeurt bij alle cellen behalve de geslachtscellen, de cel deelt zich in een exacte kopie van zichzelf (voor visuele hulp kijk bij het plaatje). |
Meiose |
Meiose vindt plaats bij de geslachtscellen, bij mannen is dat zaadcellen en bij vrouwen zijn dat de eicellen. |
Begrippenlijst Weefselleer
Begrip |
Uitleg Begrip |
Epitheelweefsel |
Epitheelweefsel is weefsel dat zorgt voor bescherming en stof afscheiden. Deze weefsels bestaan uit cellen die heel dicht op elkaar liggen en bijna geen ruimte tussen zit. |
Steunweefsel |
Steunweefsel |
Zenuwweefsel |
Het Zenuwweefsel is gebouwd op prikkels op te vangen en te verwerken. Als de prikkel ontvangen is gaat het doormiddel van impulsen door je lichaam om een handeling uit te voeren. |
Spierweefsel |
Het Spierweefsel zorgt ervoor dat jij kan bewegen, het is het weefsel wat ervoor zorgt dat jij je vriendin kan appen. Zenuwcellen zorgen voor informatie en bevelen en spierweefsel zorgt voor de actie en beweging. |