In de jaren na de dood van Saskia nam de hoeveelheid schilderijen af die Rembrandt schilderde. Hij stak zijn tijd dan ook vooral in schetsen en tekenen. Kort na de dood van zijn vrouw nam Rembrandt een verzorgster in huis om voor zijn Titus te zorgen. Rembrandt kreeg een relatie met de verzorgster en deze relatie duurde tot 1649. Rembrandt en de verzorgster kregen ruzie en Rembrandt werdt voor de rechter gesleept. Rembrandt wist de zaak te winnen, maar dit koste hem een hoop tijd en energie. Er is dan ook geen schilderij gemaakt in dit jaar. Rembrandt nam een nieuwe verzorgster aan, Hendrickje. Hendrickje kwam in de problemen met de gereformeerde kerk omdat ze een buitenhuwelijke relatie had met Rembrandt. Rembrandt kwam niet in de problemen omdat hij geen officieel lid was van de gereformeerde kerk.
Één jaar later kwam Rembrandt in de problemen met geld. Hij was gestopt met het betalen van zijn hypotheek en had geen nieuwe portretten meer gemaakt sinds 1642. De Nederlandse republiek kwam in oorlog en dit bracht geldproblemen met zich mee. Rembrandt had een aantal schulden openstaan die opgeëist werden en deze moest hij dan ook snel zien terug te betalen.
De meeste spullen van Rembrandt werden verkocht voor een lage prijs, waaronder zijn huis. Rembrandt moest verhuizen naar een kleiner huis en zijn reputatie was beschadigd. Rembrandt bleef wel een populaire schilder en moest de schuldeisers van zich afhouden. Hendrickje en Titus besloten een kunsthandel te openen en namen Rembrandt in dienst om zo de schuldeisers weg te houden.
In zijn laatste jaren maakte Rembrandt nog een paar werken waar zijn klanten niet geheel tevreden mee waren. Hendrickje overleed in 1663 en zijn zoon titus in 1668. Ongeveer een jaar later overleed Rembrandt zelf op 4 oktober 1669.