De Rijn als de grens

Nederland was in de Romeinsetijd een gebied vol moerassen en bossen. De bewoners leefden toen in een landbouwsamenleving. Zo rond 50 v.C. veroverde Caesar met zijn leger Zuid-Nederland. Dat gebied werd toen bewoond door Kelten (Galiƫrs). De Kelten kwamen toen in opstand tussen de Rijn en de Maas, die opstand werd neergeslagen door de Romeinse leger.

In het noorden van de Rijn woonden de Germanen. Het lukte de Romeinse legers niet om die gebieden te veroveren, omdat de Germanen goed vochten. De Romeinse militairen besloten toen de Rijn als grens van hun rijk te gebruiken. Langs deze grens bouwden Romeinen forten en legerkampen. Ze vroegen Germaanse Bataven om tussen de Rijn en de Maas te komen wonen en om de grens te helpen verdedigen. De Romeinen en Bataven sloten een bondgenootschap. Ze spraken in een verdrag af dat de Bataven, in ruil voor hun militaire hulp, geen belasting aan de Romeinen hoefden te betalen.