Week |
Onderwerp |
Opdracht |
Behaald? |
|
17 jan. – 21 jan. |
Hoofd- en bijvragen
Kunst in de Oudheid (Egyptenaren, Grieken en Romeinen).
|
Verzin een hoofdvraag die jij wilt beantwoorden via onderzoek. Maak de vraag zo concreet mogelijk. Verzin enkele deelvragen als specificering van de hoofdvraag.
(zie het kopje hoofd- en deelvragen voor uitleg) |
|
|
24 jan. – 28 jan. |
Motivering en interesse
Kunst in de Middeleeuwen
|
Beschrijf wat jou motiveert om onderzoek te doen naar jouw hoofd- en deelvragen. Wat wekt jouw interesse en hoe kan jij jezelf motiveren om de komende tijd aan dit onderzoek te werken? |
|
|
31 jan. – 4 feb. |
Bronnen en literatuur
De Renaissance: Een nieuw wereldbeeld en hernieuwde bewondering voor de Klassieke Oudheid
|
Wat kan jij in de literatuur en op internet al vinden over jouw deelvragen? Verzamel minimaal 5 bronnen en vat kort samen welke informatie uit die bronnen jij kan gebruiken om jouw deelvragen te beantwoorden. |
|
|
7 feb. – 11 feb. |
Het correct vermelden en gebruiken van bronnen
Renaissance II: machtige |
Wat is het verschil tussen parafraseren en citeren? Hoe pas jij dit toe in jouw onderzoek?
(zie het kopje Bronnen en literatuur voor uitleg) |
|
|
14 feb. – 18 feb. |
Hollandse meesters van de Gouden Eeuw.
|
|
|
|
21 feb. – 25 feb. |
Politieke kunst: Verlichting, Franse Revolutie en absolutisme
|
|
|
|
26 feb. – 6 maart |
Voorjaarsvakantie |
|