Soms, als je naar school fietst, moet je omrijden. Er wordt weer eens gebouwd in de stad. De stad is nooit af. Dat is niet alleen zo in jouw woonplaats, maar overal in de wereld. In deze paragraaf leer je dat steden veranderen, maar niet overal op dezelfde manier.
De grens tussen stad en platteland vervaagt
De grens tussen stad en platteland is tegenwoordig veel minder scherp dan vroeger. Het is nu een brede overgangszone. De stad waaiert uit over haar wijde omgeving met wegen, bedrijventerreinen en voorsteden. In westerse steden is dit proces al langer aan de gang. Veel stedelingen gingen al vanaf 1960 in ruim opgezette voorsteden wonen, in de buurt van de centrale stad (suburbanisatie). Nieuw is, dat steeds vaker aan de rand van de grote stad meestal bij een kruispunt van autowegen een compleet nieuwe stad ontstaat waar je kunt wonen, werken en winkelen, de randstad of zoals de Amerikanen zeggen de edge city. Ook in veel arme landen zie je dat de bevolking in steden en stadjes in de randzone sneller groeit dan in de megastad (bron 13). Veel migranten vestigen zich steeds vaker hier. Voordelen? Je woont er goedkoper, je hebt meer ruimte, je kunt er nog voedsel verbouwen en.. de stad is toch dichtbij.
Bron 13: De stad Kolkata in het noordoosten van India heeft naar schatting 14-20 miljoen inwoners. De rest van de regio verstedelijkt snel.
De westerse stad verandert
De Amerikaanse stad. Wanneer je naar het centrum van een Amerikaanse stad rijdt, verandert de omgeving (bron 14). Al ver buiten de stad liggen ruim opgezette woonwijken met laagbouw: de suburbs. Hier wonen mensen met een hoger inkomen. Je rijdt langs een gigantisch winkelcentrum of shopping mall. Dicht bij het centrum passeer je oudere woonwijken met een veel hogere dichtheid. Hier wonen mensen uit de lagere inkomensgroepen. In veel steden zijn dit probleemwijken. De rijkere bewoners zijn vertrokken naar de suburbs, de armere blijven achter. Hoog boven alles uit torent het centrum met zijn wolkenkrabbers. Dit is het zakencentrum, het CBD (Central Business District), met chique winkels, uitgaansgelegenheden maar vooral kantoren. Wonen is hier heel duur.
De Europese stad. De opbouw van de Amerikaanse stad vind je ook terug in veel westerse steden. Het verschil is dat Europese steden vaak nog wél een historisch centrum hebben. Denk maar aan een stad als Amsterdam. Net als in Amerikaanse steden worden ook in Europa in oude buurten dicht bij het centrum huizen, pakhuizen en leegstaande fabriekspanden omgebouwd tot woningen voor rijkere stedelingen. Dat proces heet gentrification. Door de internationale migratie worden grote, westerse steden steeds meer multicultureel. Er ontstaan wat je noemt transnationale gemeenschappen. Dat zijn etnische minderheden, die vaak nog op tal van manieren verbonden zijn met het land van herkomst. Vooral de moderne sociale media maken het mogelijk voortdurend contact te houden met het land van herkomst.
Bron 14: Model van een Amerikaanse stad
Opbouw van de niet-westerse stad
In vergelijking met westerse steden zijn de niet-westerse steden veel chaotischer opgebouwd. Dat komt omdat deze steden razendsnel, zonder veel planning zijn gegroeid. Toch zit er ook enige orde in de chaos. De stad heeft:
één of meer zakencentra. Het CBD gaat steeds meer lijken op het zakencentrum in de rijke landen, met hoogbouw en glanzende kantoren (bron 12);
verspreid liggende industrieterreinen, soms nog vlak bij het centrum;
woonwijken van de rijken met villa’s achter hoge hekken;
krottenwijken overal waar nog plaats is, vaak waar rijkere mensen niet willen wonen. Het is er te gevaarlijk (steile hellingen, vlak langs een spoorlijn), het stinkt er (bij een fabriek of vuilnisbelt) of het ligt te ver van het centrum. Nieuwkomers vestigen zich ook in de bestaande krottenwijken, waardoor hier verdere verdichting optreedt. Aan de rand van de stad liggen de jongste krottenwijken, de oudere zijn intussen opgenomen in de stad, opgeknapt en eerder volksbuurten dan sloppenwijken.