Onderdelen van het verteringsstelsel

Mondholte

Het doel van vertering is om voedingsstoffen af te breken in verteringsproducten zodat deze makkelijker door het lichaam opgenomen kunnen worden. Vertering begint al in de mond, hier wordt speeksel aan de voeding toegevoegd. Speeksel wordt gemaakt in de speekselklieren en bestaat uit water, slijm en enzymen die zetmeel kunnen afbreken. Tijdens het kauwen wordt de oppervlakte van de voeding vergroot waardoor er meer plek is voor de enzymen om te reageren met de voedingsstoffen. Het slijm zorgt ervoor dat de voeding makkelijker kan worden doorgeslikt.

Slokdarm

De volgende stap is de slokdarm en hier wordt de voeding naar de maag geduwt door middel van peristaltische bewegingen. De peristaltische bewegiungen zorgen ervoor dat de voeding naar beneden wordt geduwt en niet meer terug omhoog kan. In de slokdarm worden geen verteringssappen gemaakt!

Maag

In de maag zitten maagsappen wat heel erg zuur is. Dit zuur zorgt ervoor dat eiwitten verteert worden. In de maag word het eten ook opgeslagen, gemiddeld 3-4 uur. Maagsap bevat water, enzymen en zoutzuur. Het zoutzuur is van belang om bacterien te doden.

Twaalfvingerige darm

Nadat de voedselbrij in de maag heeft gezeten komt het in de twaalfvingerige darm terecht. Hier komen verschillende verteringssappen bij elkaar. Een van de verteringssappen is gal. Gal wordt gemaakt in de lever, en wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. Gal emulgeert vetten. Emulgeren betekent van grote vetdruppels kleinere druppels maken.

Alvleessap komt ook in de twaalfvingerige darm. Het alvleessap wordt gemaakt in de alvleesklier en deze sappen die zorgen voor de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten.

Dunne darm

Na de twaalfvingerige darm komt de dunne darm. Deze darm is wel 5 meter lang! In de dunne darm worden verteringssappen toegevoegd en worden voedingsstoffen opgenomen in het lichaam. De darmwand neemt deze voedingsstoffen op en komen uiteindelijk in het bloed terecht. In de dunne darm zitten er enzymen die eiwitten en koolhydraten verteren. In de dunne darm is er ook sprake van darmperistaltiek.

Dikke darm

Na de dunne darm volgt de dikke darm. Deze darm neemt water op en vormt een vaste massa van voedselbrij. De dikke darm bevat ook veel bacterien die helpen bij het afbreken van de celwand in plantaardig voedsel. Aan het einde van de dikke darm zit de endeldarm. Deze plek verzamelt de overgebleven voedselbrij en slaat het op tot het klaar is om uit het lichaam verwijdert te worden, de ontlasting of terwijl poep. De anus is de opening aan het einde van het verteringsstelsel. Dit is een kringspier die de ontlasting uit het lichaam verwijdert.