Feiten= een uitspraak wat waar of onwaar is, dit is altijd controleerbaar
Meningen= een uitspraak wat iemand vindt of denkt, dit is géén feit
‘Ik vind…’
Argument= een mening verdedigen
‘Omdat, want, namelijk en immers’
Voorbeelden.
Rode T-shirts zijn mooier dan blauwe T-shirts. -> mening (ik vind)
Ik vind zomer leuker dan winter, want ik houd van warm weer. -> mening met argument (ik vind..., want)
Lippenstift werd al gebruikt in het oude Egypte. -> feit (dit is controleerbaar)