H5 - tekst en publiek

Iedere tekst heeft een ander soort publiek. De één leest graag de krant en de ander leest graag een tijdschrift. Het verschil kan zitten in leeftijd van de lezer, maar ook in interesses en leesniveau. Met de volgende vier punten kan je onderzoeken voor wie de tekst bedoelt is. 

Het onderwerp van de tekst is waar de tekst over gaat. Dit kan zijn sport, eten, vakantie enz. 

Wanneer gebruiken we ‘u’? Wanneer gebruiken we ‘je’?

Door te kijken naar het taalgebruik kan je zien voor wie de tekst bedoelt is.

Voor wie is de tekst bedoelt? Bij welke lezer hoort deze tekst? Voetbal hoort bij voetbal fans bijvoorbeeld. 

Let op!

Niet verwarren met bron -> hoofdstuk 5, kritisch lezen

Dit is de opmaak van de tekst. Is de lettertype groot en zijn er veel afbeeldingen gebruikt? Dan is de tekst bedoelt voor een jongere doelgroep.