Figuurlijk taalgebruik
in teksten kom je vaak woorden of uitdrukkingen met een figuurlijke betekenis tegen. Er wordt dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Bijvoorbeeld:
Hij woont in het hart van de stad.= Hij woont het centrum/midden van de stad.
We sliepen onder de blote hemel.= We sliepen buiten.
Als je in een tekst de betekenis van een uitdrukking niet kan vinden zoek het dan op in het woordenboek. Dit doe je door naar het zelfstandig naamwoord te zoeken, als je het dan nog steeds niet vind zoek dan een ander belangrijk woord op van de uitdrukking.