When do you use 'will' and when do you use 'be going to'?
Will + infinitive | Be going to + infinitive |
A decision at the moment of speaking: Een besluit op het moment van spreken. |
A decision before the moment of speaking: Een besluit vóór het moment van spreken. |
A prediction based on opinion: Een voorspelling op basis van mening. |
A prediction based on something we can see (or hear) now: Een voorspelling gebaseerd op iets dat we nu kunnen zien (of horen). |
A future fact: Een toekomstig feit. |
|
For promises / requests / refusals / offers: Voor beloften / verzoeken / weigeringen / aanbiedingen. |