Te veel of te weinig water?

Als je meet hoeveel water een gebied binnenkomt (bijvoorbeeld door regen) en hoeveel water een gebied verlaat (bijvoorbeeld door verdamping of een rivier), kun je dit weergeven in een waterbalans. Als de waterbalans heel lang negatief zou blijven, er gaat dan meer water weg dan er het gebied binnenkomt, krijg je waterschaarste. Het waterschap kan dan bijvoorbeeld verbieden om je tuin te sproeien. Bekijk onderstaande fragement over de waterbalans.

 

Je kunt je voorstellen dat er in de zomer veel water verdampt door de zon. Het water dat niet verdampt, en waar mensen, dieren en planten dus wat aan hebben, noemen we nuttige neerslag. Dit kun je makkelijk onthouden omdat dit water nuttig is voor iemand of iets.

Water wat je kunt zien noemen we oppervlaktewater. Water wat in de grond wegzakt en via de grond naar de rivieren of de zee stroomt noemen we grondwater.