De VOC

Het ontstaan van de VOC

De VOC is ontstaan in het begin van de 15e eeuw waarin verschillende Europese landen op ontdekkingsreizen gingen. Ze waren opzoek naar nieuwe handelswaren en gingen daarvoor naar Azië en ontdekten zo ook Amerika. Landen gingen met elkaar handelen en hierdoor ontstond een wereldeconomie. De Republiek (Nederland) werd erg rijk van deze handel en de Staten-Generaal besloot dat alle handelaren moesten samenwerken om zoveel mogelijk winst te maken. Deze samenwerking en het bedrijf wat hieruit ontstond wordt de VOC genoemd. De VOC staat voor de Verenigde Oost-Compagnie, het oosten bedoelen ze Azië mee waar de VOC voornamelijk mee handelde.

 

Acitiviteiten VOC
De VOC handelde actief in specerijen, dit deden ze door ander handelswaar in te kopen in Azië en hierna dit weer te verkopen in ruil voor specerijen. De specerijen vervoerden ze terug naar de Republiek, doordat specerijen deze hele weg aflegden waren het dure handelswaren en maakte de VOC veel winst.

Maar dat was niet het enige wat de VOC deed, vanuit de Staten-Generaal kregen ze het octrooi, dit betekende ze dat ze het handelsmonoplie kregen in Azië. Hierdoor kreeg de VOC het alleenrecht om te handelen in Azië, zo was er geen concurrentie met andere Nederlandse handelaren.

Naast handelen mocht de VOC ook forten bouwen, oorlogen voeren, verdragen sluiten en veroverde gebieden besturen. Dit had als gevolg dat veel gebieden veroverd werden zodat de VOC zeggenschap kreeg over de mensen en het handelswaar. Een belangrijk persoon hierin is Jan-Pieterszoon Coen, hij was gouverneur-generaal, een van de hoogste posities binnen de VOC. Om de handelsmonopolie op nootmuskaat te krijgen besloot hij de eilandengroep aan te vallen en heeft toen een aanval gedaan. Hierbij wordt geschat dat er 14.000 mensen of zijn vermoord of als slaaf zijn meegenomen. Jan-Pieterszoon Coen vondt deze aanval noodzakelijk omdat de Bandanezen niet mee wilden meewerken aan de eisen die de VOC stelden aan de samenwerking.

Op verschillende plekken stichtten de VOC factorijen, dit waren handelsposten aan de kust. Bij Kaap de goede hoop stichtten ze ook kolonies, hier gaan mensen uit de Republiek wonen en leven. De mensen die altijd al in deze kolonies moesten in dienst van de Nederlanders gaan werken. Dit worden slaven genoemd, deze mensen moesten hun vrijheid opgeven om in dienst van een ander te werken.