Bij proeven op school gebruik je vaak een gasbrander om iets te verwarmen. Met zo’n brander moet je altijd voorzichtig werken.
Houd je aan de veiligheidsvoorschriften die je docent met je heeft besproken. |
Bekijk de video over veilig werken met de brander:
Bij deze proef leer je welke eigenschappen een gasvlam heeft en hoe je met een brander moet werken. Zie vaardigheid 6 achter in het boek (vraag je docent).
1. gasbrander
2. gaasje
3. houten reageerbuishouder
4. lucifers/aansteker
5. werkblad 2-1
– Controleer of de gasregelknop en de luchtregelknop van de gasbrander dichtzitten (figuur 35).
– Draai de gaskraan op je tafel open.
– Houd een brandende lucifer boven de brander en draai de gasregelknop een eindje open.
figuur 35 de gasbrander
1 Welke kleur heeft de vlam van de brander?
– Draai de luchtregelknop een klein eindje open.
2 Wat gebeurt er met de kleur van de vlam?
– Draai de luchtregelknop nu een flink eind open.
3 Wat gebeurt er met de kleur van de vlam?
4 Wat hoor je?
– Houd het gaasje verticaal in de vlam (zie het werkblad, tekening a).
5 Teken en kleur op het werkblad wat je ziet.
– Houd het gaasje horizontaal in de vlam (zie het werkblad, tekening b):
a eerst dertig seconden in de blauwe kern van de vlam;
b daarna dertig seconden vlak boven de blauwe kern van de vlam;
c ten slotte dertig seconden boven in de vlam.
6 Teken en kleur op het werkblad wat je ziet.
7 Op welke plaats is de vlam het heetst? Waaraan zie je dat?
– Draai de luchtregelknop dicht.
– Draai de gasregelknop dicht.
– Draai de gaskraan op je tafel dicht.