Bouw van stoffen
Je beschrijft de verschillende fasen van stoffen aan de hand van de manier en mate van beweging van moleculen. |
Je beschrijft dat een molecuul het kleinste deeltje is dat nog de eigenschappen van een stof heeft en is opgebouwd uit atomen. |
Materiaal-eigenschappen
Je beschrijft stoffen aan de hand van de stofeigenschappen kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, kookpunt, en smeltpunt. |
Je beschrijft dat faseovergangen van stoffen kunnen worden veroorzaakt door verwarmen of afkoelen. |
Je beschrijft welke gevaren het gebruik van bepaalde stoffen met zich meebrengt en herkent hoe deze gevaren worden aangegeven op pictogrammen en etiketten, zoals mate van brandbaarheid, giftigheid, explosiviteit. |
Je beschrijft dat stoffen een verschillende dichtheid hebben. |
Je beschrijft dat voorwerpen zinken, zweven of drijven aan de hand van de dichtheid van stoffen. |
Je beschrijft stoffen aan de hand van de mate warmtegeleiding en brandbaarheid. |
Je beschrijft de productie van drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater, hoe dat dit water wordt gezuiverd en wordt getransporteerd door waterleidingen. |
Beweging
Je beschrijft de eenparige, versnelde en vertraagde beweging. |
Je berekent de gemiddelde snelheid bij een gegeven afstand en tijd (gemiddelde snelheid = afstand/tijd). |
Je ligt de veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van letsel in het verkeer (valhelm, autogordels, veiligheidskooi, kreukelzone, airbag, hoofdsteunen) toe. |
Je past het verband tussen stopafstand, remweg en reactieafstand toe (stopafstand=reactie-afstand+remweg). |