Leerdoelen

Bouw van stoffen

Je beschrijft de verschillende fasen van stoffen aan de hand van de manier en mate van beweging van moleculen.

Je beschrijft dat een molecuul het kleinste deeltje is dat nog de eigenschappen van een stof heeft en is opgebouwd uit atomen.

 

Materiaal-eigenschappen

Je beschrijft stoffen aan de hand van de stofeigenschappen kleur, geur, oplosbaarheid in water, elektrische geleiding, kookpunt, en smeltpunt.

Je beschrijft dat faseovergangen van stoffen kunnen worden veroorzaakt door verwarmen of afkoelen.

Je beschrijft welke gevaren het gebruik van bepaalde stoffen met zich meebrengt en herkent hoe deze gevaren worden aangegeven op pictogrammen en etiketten, zoals mate van brandbaarheid, giftigheid, explosiviteit.

Je beschrijft dat stoffen een verschillende dichtheid hebben.

Je beschrijft dat voorwerpen zinken, zweven of drijven aan de hand van de dichtheid van stoffen.

Je beschrijft stoffen aan de hand van de mate warmtegeleiding en brandbaarheid.

Je beschrijft de productie van drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater, hoe dat dit water wordt gezuiverd en wordt getransporteerd door waterleidingen.

 

Beweging

Je beschrijft de eenparige, versnelde en vertraagde beweging.

Je berekent de gemiddelde snelheid bij een gegeven afstand en tijd (gemiddelde snelheid = afstand/tijd).

Je ligt de veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van letsel in het verkeer (valhelm, autogordels, veiligheidskooi, kreukelzone, airbag, hoofdsteunen) toe.

Je past het verband tussen stopafstand, remweg en reactieafstand toe (stopafstand=reactie-afstand+remweg).