Proef 5: Het bepalen van volume en massa (30 min)

Inleiding

Je kunt bij het bepalen van een hoeveelheid stof naar de massa kijken of naar het volume. In de supermarkt vind je bijvoorbeeld pakken met 1 L melk, maar ook pakken met 1 kg suiker. Ook in recepten worden volume- en massa-eenheden vaak door elkaar gebruikt. Dan staat er bijvoorbeeld: “Voeg 250 g champignons en 100 mL water toe.”

Bekijk de video over massa en volume:

Doel

Bij deze proef ga je van vier rechthoekige voorwerpen het volume en de massa bepalen.

 

Nodig

1.      vier verschillende blokjes

2.     liniaal of geodriehoek

3.     weegschaal

 

Uitvoeren en uitwerken

1   Neem tabel 6 over in je schrift.
Noteer in kolom 1 van welk materiaal elk blokje gemaakt is.

 

–   Meet hoe lang de zijden van de blokjes zijn (in centimeter).

 

2   Zet je meetgegevens in de tabel.

3   Bereken het volume van elk blokje met de formule V = l · b · h.
Rond het antwoord af op een geheel getal en noteer dit in kolom 5.

 

–   Bepaal de massa van elk blokje met de weegschaal.

 

4   Noteer de massa van de blokjes in de laatste kolom van de tabel.

 

voorwerp

lengte

breedte

hoogte

volume

massa

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

tabel 6 de meetresultaten van proef 5