Taak 1

Lees onderstaande theorie uit je boek voordat je aan de opdrachten begint.

235, 237, 238, 248, 278, 279

Opdracht 1
Geef antwoord op de volgende vragen
A) Wat is het verschil tussen winkelconcept en winkelformule?
B) Je gaat een winkelconcept voor een winkelformule uitdenken. Waar moet je aan denken?
C) Wat is een logo?
D) Wat is een huisstijl?

Opdracht 2
De Tendens Holding NV is een groot bedrijf en bedenkt een nieuwe winkelformule Fun & Boarding® waarmee zij de concurrentie aan willen gaan met huidige winkels. Het is een winkel die alles heeft op het gebied van skateboarden, rollerskating en snowboarden.

Er wordt bijpassende kleding en schoenen verkocht. De klanten (doelgroep) zijn vooral jongeren van jouw leeftijd. Het is een gezellige winkel. Er staan een frisdrankautomaat en een rij vliegtuigstoelen. Er staat ook een lange tafel waar je aan mag gaan zitten lezen. Bijvoorbeeld de folders die er liggen. Voor deze winkel moet nog een huisstijl worden gemaakt.

Stap 1. Maak een omschrijving van een passende huisstijl en noem hierbij minimaal 5 uiterlijke kenmerken op.


Opdracht 3

Het beeld dat de klant van een winkel heeft noem je image of imago. Deze wordt vaak gevormd door verhalen die onderling verteld worden. Imago/Image heeft een sterk verband met de bekendheid.

A) Noteer 3 branches waar jij iets mee hebt. Denk aan “de kledingbranche”.
B) Noteer bij iedere branche 3 merken die direct in jou opkomen.
C) Zoek op internet voor iedere branche 1 merk op die jij nog niet kent.

Opdracht 4
Wat voor beeld heeft de consument volgens jou van de winkels die je hebt genoteerd bij opdracht 3? Werk alleen de 9 merken uit die jij al kende.

Bijvoorbeeld de Wibra. Deze winkel heeft als imago goedkope kleding, matige kwaliteit en beperkte service.

Opdracht 5
Een goede huisstijl is terug te vinden in het interieur en exterieur van de winkel.
A) Schrijf op wat het begrip interieur betekent.
B) Schrijf op wat het begrip exterieur betekent.
C) Schrijf drie onderdelen uit het interieur op waar je de huisstijl in door kunt voeren.
D) Schrijf drie onderdelen van het exterieur op waar je de huisstijl in door kunt voeren.


Opdracht 6 - praktijkopdracht
Stadsopdracht
Gebruik voor deze opdracht de theorie “Winkelformules” en de PowerPoint "instructie"

A)      Loop door de stad en zoek 2 winkels met een duidelijke formule, maak van beide winkels aan de buitenkant een foto. (exterieur)

 

 

onderzoek - huisstijl.docx