Taak 4

Lees de volgende theorie uit je boek voordat je de opdrachten maakt:
215, 242, 255, 268, 269, 270, 275, 278, 282

 

Opdracht 20
Een winkelier kan op allerlei manieren reclame maken voor zijn winkel.

A.      Welke vormen van reclame kom je tegen bij sportzaken?

B.      Welke manier van reclamemaken is de duurste en welke is de goedkoopste?


Bij onderstaande (doe)opdrachten gebruik je alle theorie die je dus nu toe hebt geleerd.

Opdracht 21
Een goede artikelpresentatie is belangrijk voor een winkel. Een winkelier moet op veel dingen letten bij de artikelpresentatie. Schrijf drie dingen op.

A.      Wat zijn twee voordelen van brandpunten in de winkel?

B.      Hoe kan een winkelier de attentiewaarde van een schap verhogen?

C.      Bij artikelpresentaties wordt vaak promotiemateriaal gebruikt. Welke soorten promotiemateriaal kun je bij artikelpresentaties gebruiken? Schrijf er drie op.

E.       Een winkel wil graag een goed imago hebben. Vind jij dat de winkelinrichting en de huisstijl het imago van de winkel bepalen? Waarom vin d je dat

F.       Wat is volgens jou het imago van de sportzaken en drogsterijen bij jou in de buurt?

Sportzaak:

Drogisterij:

G.      Welk imago zou jij aan een sportzaak willen geven?

H.      Waarom is het imago van een winkel belangrijk voor de klant?

 

Opdracht 22

Sla deze vraag over.

 

Opdracht 23 (praktijk opdracht)

Stadsopdracht

A)Kies in de stad 3 winkels uit, vraag of je foto’s mag maken voor een schoolopdracht
B)Maak bij deze drie 3 winkels een foto van:

- Het winkelexterieur
- De winkelpui
- De etalage
- De winkelentree
- Het winkelinterieur

C) Maak per winkel een fotocollage en zet deze begrippen bij