Studiemateriaal 1

Soorten Argumenten

Uitspraken waarmee je je eigen standpunt verdedigt, of waarmee je het standpunt van een ander aanvalt, heten argumenten. Argumenten ondersteunen jouw standpunt en kunnen ervoor zorgen dat je anderen overtuigt van jouw standpunt. Hoe steviger je argumentatie, hoe groter de overtuigingskracht van je betoog.

Er zijn verschillende typen argumenten met een verschillende overtuigingskracht. Feitelijke argumenten zijn sterker dan waarderende argumenten. Stel dat ter discussie staat of drinkontbijt gezonder is dan een gewoon ontbijt, dan kun je kijken naar feiten: hoeveel vitaminen zitten erin, wat heb je nodig, en hoeveel haal je uit een gewoon ontbijt? Wellicht is er al een onderzoek naar gedaan: een bewijs uit de wetenschap.

Het standpunt ‘drinkontbijt is smakelijker dan een gewoon ontbijt’ is veel moeilijker te verdedigen. Of iets wel of niet smakelijk is, is een persoonlijke mening of waardering, de bijbehorende argumentatie ook.

FEITELIJKE ARGUMENTEN ZIJN:

WAARDERENDE ARGUMENTEN ZIJN GEBASEERD OP:

· Feiten

· Wetenschappelijke gegevens

 

· Geloof

· Vermoedens

· Persoonlijke indrukken, voorspellingen

· Gevoelens, emoties

· Waardeoordelen

 

1. Argumentatie op basis van feiten

Bij deze soort argumentatie wordt het standpunt ondersteund door een argument dat feiten bevat. Feiten zijn controleerbaar en daarom waar of onwaar.

Voorbeeld: We kunnen beter niet bij restaurant Gringo gaan eten, want daar is de goedkoopste maaltijd al 29,50 euro.

2. Argumentatie op basis van onderzoek of wetenschap

In deze argumentatie wordt verwezen naar de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Soms wordt er gesproken van argumentatie op basis van onderzoeksbevindingen.

Voorbeeld: Je moet voortaan twee keer in de week vis eten. Laatst bleek opnieuw uit onderzoek dat regelmatig vis eten goed is voor hart, bloedvaten en geheugen.

3. Argumentatie op basis van normen en waarden

Hier is sprake van als iemand zich beroept op een algemeen gedeelde norm of waarde. Het gaat dan om normen en waarden waarover geen verschil van mening bestaat.

Voorbeeld: Die winkelier moet veroordeeld worden wegens poging tor doodslag. Je schiet toch iemand niet neer omdat hij een zak appels steelt.

4. Argumentatie op basis van vermoedens

Bij deze vorm van argumentatie wordt het standpunt ondersteund door een vermoeden. Dat vermoeden kan voortkomen uit iemands intuïtie of gevoel of een veronderstelling.

Voorbeeld: Lieke zit volgens mij volgend jaar helemaal niet in Amerika. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ze dit jaar slaagt voor haar examen.

5. Argumentatie op basis van geloof of overtuiging

Als iemand zich beroept op zijn geloof of (levensbeschouwelijke) overtuiging als ondersteuning van zijn standpunt.

Voorbeeld: Het Interkerkelijke Vredesberaad is principieel tegen elke vorm van geweld en het IKV vond de steun van de NAVO voor de opstandelingen in Libië dan ook verkeerd.

6. Argumentatie op basis van gezag en autoriteit

Hier is sprake van als iemand zich bij het ondersteunen van zijn mening beroept op een deskundige of autorit op een bepaald (vak)gebied. Soms wordt er gesproken van argumentatie op basis van deskundigheid.

Voorbeeld: Volgens veel psychologen speelt seksualiteit in het dagelijks leven een grote rol. De beroemde psychiater Freud heeft dat al meer dan honderd jaar geleden ontdekt.

7. Argumentatie op basis van nut

Als het standpunt een uitspraak voor of tegen een bepaalde maatregel is en in het argument wordt verwezen naar het nut of onnut van die maatregel, spreken we van argumentatie op basis van nut.

Voorbeeld: De maximumsnelheid op de Nederlandse snelwegen moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.

Video argumenten https://www.youtube.com/watch?v=7zfVOTFObxI

Bron