De student kan een grote variatie aan teksten over onderwerpen uit de beroepsopleiding en van maatschappelijke aard zelfstandig lezen. Leest met begrip voor geheel en details
De student kan betogende teksten lezen, waaronder teksten uit schoolboeken en opiniƫrende artikelen.
De student maakt onderscheid tussen meningen en feiten, standpunt en argument.
De student maakt onderscheid tussen drogreden en argument.
De student trekt conclusies over de intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.
De student kan de argumentatie in een betogende tekst op aanvaardbaarheid beoordelen.
Doelstellingen luisteren:
De student kan luisteren naar een variatie aan teksten over onderwerpen uit de beroepsopleiding en van maatschappelijke aard.
De student kan in een langere beschouwing of betoog de hoofdpunten en onderbouwingen begrijpen, ook als het onderwerp buiten het vak- of interessegebied ligt en abstract is.
De student kan onderscheid maken tussen meningen en feiten, standpunten en argumenten in luisterteksten.
De student kan onderscheid maken tussen drogreden en argument.
De student kan de argumentatie in een betogende tekst op aanvaardbaarheid beoordelen.
Doelstellingen schrijven:
De student kan gedetailleerde teksten schrijven over onderwerpen uit de beroepsopleiding of van maatschappelijke aard, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden.
De student kan beschouwende en betogende teksten schrijven, waarbij een argument wordt uitgewerkt en daarbij redenen aangeven voor of tegen een bepaalde mening.
Doelstellingen (vrij) lezen:
De student leest fictieve en non-fictie teksten die aan zijn belangstelling tegemoetkomen en zijn belevingswereld uitbreiden.