Je merkt het misschien zelf niet, maar er vinden dagelijks wel duizende aardbevingen plaats. De ene aardbeving is zwaarder dan de ander, dit meten we via de schaal van Richter. De meetschaal meet de energie die vrijkomt bij een aardbeving, dit wordt uitgedrukt in een getal tussen de 0 en 12 (Brinke & De Jong, 2015). Waarbij 12 op de schaal van richter de sterkste aardbeving is. Seismologen analyseren de trillingen en registreren deze.
Hoe ontstaat een aardbeving?
Als er twee platen langs elkaar bewegen ontstaat er spanning. Dat kom omdat platen niet soepel langs elkaar bewegen, maar ze geven weestand en houden elkaar tegen (Brinke & De Jong, 2015). Als de spanning dan los schiet vindt er een aardbeving plaats. Het hypocentrum is de plaats diep in de aardkorst waar de aardbeving begint. Het epicentrum is het punt waar de aardbeving aan de oppervlakte komt, direct boven het hypocentrum.
Aardbevingen in Chili
In Chili vinden er meer aardebingen plaats dan op andere plekken op de aarde. Dat komt omdat Chili op een plaatgrens ligt. Sinds 1960 zijn er in Chili meer dan 12 aardbevingen geregistreerd die een kracht van 7 of hoger hadden op de schaal van Richter (Brinke & De Jong, 2015). Na een aardbeving vindt altijd een serie naschokken plaats. Dit zijn aardbevingen die uren, dagen of zelfs weken later plaatsvinden in hetzelfde gebied. Deze naschokken zijn het gevolg van het ontladen van de spanning op andere plekken langs de breuk of in nabijgelegen breuken.