Oriëntatievragen en opdrachten

  1. Zoek en definitie op van ‘complementaire zorg’ ofwel CZ en omschrijf het begrip zoveel mogelijk in je eigen woorden.
  2. Wat zijn kenmerken van CZ?
  3. Noem zoveel mogelijk voorbeelden van CZ-interventies.
  4. Heb je zelf ervaring met CZ; maak je er zelf wel eens gebruik van of heb je het wel eens toegepast bij een ander? Wissel jullie ervaringen uit.

Bekijk het volgende filmpje:

https://www.youtube.com/watch?v=21fl8o9VIsE&index=3&list=PLUxEYB-WNxyMfP0uintGwlrqkhRyE8rrz

 

5. Beantwoord, na het zien van het filmpje, de volgende vragen

  1. Welke effecten en voordelen worden genoemd?
  2. Lijkt het je zelf wat om dit toe te passen?
  3. Als massage je niets lijkt om toe te passen, zijn er dan interventies (zie vraag 3) die je wel zou kunnen/willen toepassen

6. Wat is het verschil tussen complementaire zorg en alternatieve geneeskunde? Waarom is het belangrijk dit verschil te maken?

7. Bedenk 2 argumenten voor en 2 argumenten tegen het toepassen van CZ.

8. Ben je als (leerling)verpleegkundige bevoegd om CZ toe te passen? Licht je antwoord toe met behulp van wettelijke kaders.

9. Mag je binnen je instelling complementaire zorg verlenen als een cliënt (of naastbetrokkenen) erom vraagt? Licht je antwoord toe.

10. Zoek een artikel over een wetenschappelijk onderzoek naar een CZ interventie en vat deze kort samen.