Om ΔABC is een rechthoek getekend. De rechthoek bestaat uit een lengte en een breedte. Deze breedte kunnen we in de driehoek zetten. Vervolgens krijgt deze in de driehoek een andere naam: de hoogte.
Om dus de oppervlakte van een driehoek te berekenen gebruiken we de volgende formule:
Merk hierbij op dat de hoogte loodrecht op zijde AB staat. De hoogte van een driehoek moet altijd loodrecht op een zijde staan!
De hoogte kan dus anders zijn in verschillende driehoeken. Bijvoorbeeld: