Bij het construeren van onze lessenreeks hebben wij verschillende werkvormen ingezet en rekening gehouden met het samenwerkend leren. Wij hebben er bewust voor gekozen om vooral activerende werkvormen in te zetten, omdat dit goed aansluit bij onze doelgroep. De lessen zijn geconstrueerd voor niveau twee leerlingen waarbij de concentratiedrempel vrij laag ligt wat blijkt uit praktijkervaring. Ook hebben wij bij het construeren van deze werkvormen rekening gehouden met het samenwerkend leren. Het samenwerkend leren is van uiterst belang op het werkveld dit geldt zowel voor scholieren als afgestudeerden. Bij de beroepspraktijkvorming is het dan ook belangrijk om een zo authentieke leeromgeving te creëren als dat de studenten op het werkveld zullen ervaren. De studenten moeten in staat zijn om te kunnen werken met collega’s en op school kunnen zij dit goed oefenen door te samenwerken. Hieronder kunt u meer lezen over de gebuikte werkvormen en het samenwerkend leren.
Verantwoording
Les 1
De leerlingen worden verwelkomt en krijgen een programma van de aankomende lessenreeks. De eerste les is een introductie waarin zij informatie krijgen over de inhoud van bpv, wat er van hun verwacht wordt en wat ze mogen verwachten. Tijdens de introductie maken zij kennis met elkaar. Zij krijgen tijdens de les een opdracht met duidelijke instructies om een stageplek te zoeken op internet. Ze krijgen de nodige hulpmiddelen zoals een laptop en de wifi-code. Tijdens het uitvoeren van de opdracht mogen zij vragen stellen en krijgen zij extra begeleiding als zij het niet begrijpen. De websites die ze moeten opzoeken krijgen ze tijdens de uitleg. De leerlingen hebben ook na de les onbeperkt toegang tot de les door de QR code van de les die ze meekrijgen.
Vervolgens krijgen ze de vrijheid een stageplek te zoeken naar keus, als dit niet lukt krijgen ze stage tips van de school bpv-begeleider. Voor het uitvoeren van de opdracht krijgen ze 30 minuten de tijd. Het inzetten van digitale hulpmiddelen is een handvat voor mbo leerlingen omdat dit de eerste stap is naar het verkennen van stageplekken en vacatures door middel van ict.
Gebruikte werkvormen:
1. Instructie video:
Wij hebben digitale didactiek ingezet en hebben het schrijven van een CV een sollicitatiebrief visueel gemaakt door dit te vertonen met een instructie video. Het filmpje geeft een duidelijk beeld over het eindresultaat. Bij het vertonen zijn de studenten aan het waarnemend beleven (Hoogeveen & Winkels, 2018).
2. Reflectie:
Het reflecteren is ook een activerende werkvorm waarbij studenten gevraagd wordt om een korte terugblik te doen op de les (Hoogeveen & Winkels, 2018). Wij hebben dit gekoppeld met een digitale didactische werkvorm en de studenten de opdracht gegeven om een online Padlet in te vullen. Hier moeten zij antwoord geven op de vragen met betrekking tot de leerdoelen.
3. Denken-delen-uitwisselen:
De studenten krijgen de gelegenheid om eerst zelfstandig aan een opdracht te werken en na afronding deze vervolgens in tweetallen te bespreken (Hoogeveen & Winkels, 2018). Door het uiteindelijk met elkaar te bespreken zijn de studenten bezig met het uitwisselen van informatie en dit is een zeer activerende werkvorm. Op deze manier zullen de studenten ook meer leren van elkaar.
4. CANVA-presentatie:
Deze digitale middel hebben wij ingezet om om de lesstof over te brengen aan de studenten. Hierin hebben wij informatieve filmpjes toegevoegd om de lesstof te verduidelijken. Dit zorgt ervoor dat de studenten de ruimte krijgen om met behulp van ICT kennis op te doen.
5. Rollenspel
Het inzetten van rollenspel heeft verschilende functies. Volgens de literatuurstudie van Geraedts, Westbroek, Jansen, Joolingen & Meeter (2021) vergroot het de interesse en betrokkenheid van de leerling. Daarnaast draagt het spelen van rollenspel bij aan het leren zelf, hierdoor worden de belangrijkste onderdelen aan het licht gebracht. De student krijgt inzicht in zijn eigen ontwikkeling (Geraedts, 2021).
6. Lessonup
Lessonup is een digitale hulpmiddel die we hebben ingezet om les 1 vorm te geven. Wij hebben hiervoor gekozen omdat het een van de vele digitale hulpmiddelen is waarmee je tegenwoordig je leerlingen kan motiveren actief deel te nemen aan de les. Hierdoor geef je invulling aan de eisen van het TPACK model en werk je aan je digitale competenties als leraar. Dit maakt de les ook aantrekkelijk voor de leerling, hij is gemotiveerd, neemt actief deel en de les hoort op die manier bij deze digitale tijd. In de les zijn ook filmpjes bijgevoegd. Na de les hebben de leerlingen onbeperkt toegang tot de lesinhoud door de QR code.
Samenwerkend leren
Voor het bevorderen van het samenwerkend leren moet men rekening houden met verschillende onderdelen. In het boek van Ebbens & Ettenkoven (2016) worden vijf sleutelwoorden benoemd die wij hieronder puntsgewijs verder uitwerken.
1. Wederzijds afhankelijkheid
Om succesvolle groepsresultaten te behalen moeten leerlingen enige inspanning leveren. Wederzijdse afhankelijkheid speelt in het vormgeven van samenwerkend leren een belangrijke rol. Dit komt beter tot uiting wanneer alle leerlingen het ervaren. Dat betekent dat het succes van de groep waarin de leerlingen moeten samenwerken wordt bepaald door de inzet van elke individuele leerling. (Ebbens & Ettekoven, 2016)
De leerling zal harder zijn best doen als hij als individu aan een opdracht moet werken.
Tijdens de eerste les was de opdracht dat elke leerling op internet moest de opgegeven sites moest opzoeken. Dit maakt ook dat leerlingen actiever deelnemen aan de les en voorkomt dat leerlingen niet meeliften. Om de spanning een beetje eraf te halen krijgen de leerlingen de ruimte vragen te stellen en worden begeleid tijdens het zoeken naar informatie op de sites. (Ebbens & Ettekoven, 2016)
2. Ontwikkeling van sociale vaardigheden
In de huidige maatschappelijke samenleving is er vraag naar sociaal en communicatief vaardige mensen (Ebbens & Ettekoven, 2016). Aangezien de lessenreeks die geconstrueerd is wordt gebruikt bij studenten die behoren tot deze maatschappij is het van belang om hier rekening mee te houden. Hierom zijn wij zorgvuldig omgegaan met, onder andere het sleutelbegrip ontwikkeling van sociale vaardigheden behorend tot het samenwerkend leren. Tijdens de lessen hebben wij hier rekening mee gehouden door onze lessen zo vorm te geven dat de studenten de kans krijgen om te ontwikkelen in deze sociale en communicatieve vaardigheden. Dit zijn vaardigheden in het omgaan met andere personen en in het leren in kleine groepen (Ebbens & Ettekoven, 2016). Dit hebben wij gedaan door de studenten in te delen in twee-, drie- en viertallen en vervolgens de opdrachten uit te voeren, zoals: het voeren van telefoongesprekken, sollicitatiegesprekken en het uitwisselen van informatie. Hierbij hanteren wij de basisregels en vaardigheden, zoals het accepteren en ondersteunen van elkaar (Ebbens & Ettekoven, 2016). Ook hebben wij helder aangegeven dat het van belang is om naar elkaar te luisteren.
3. Individuele aanspreekbaarheid
Individuele aanspreekbaarheid wil zeggen dat de docent en de leerlingen elkaar kunnen aanspreken op ieders inbreng en op het eindresultaat. Dat betekent ten eerste dat elke leerling bewust bijdraagt aan het groepsresultaat en dat resultaat ook zelf kan verantwoorden door het uit te leggen of te presenteren.
De (groeps)resultaat kan een individuele leeropbrengst zijn (elk groepslid begrijpt het, kan het). Individuele aanspreekbaarheid is geen doel op zich. Het functioneert net als de andere sleutelbegrippen in samenhang. Het doel van samenwerkend leren is niet de samenwerking op zich, maar dat de individuele groepsleden er voor wat betreft leren beter van worden. Samenwerkend leren moet een meerwaarde opleveren boven individueel leren. Een andere manier om dat te zeggen is: wat leerlingen vandaag samendoen, kunnen ze morgen alleen. Individuele aanspreekbaarheid is een van de vijf sleutelbegrippen om te verzekeren dat alle groepsleden van het samenwerkend leren beter worden.
(Ebbens & Ettekoven, 2016)
Tijdens de les houdt de docent rekening met de ‘trekker’, degene die alle initiatieven neemt. En met de ‘lifter’ degene die gebruik maakt van het eindresultaat zonder moeite erin te steken. Hierdoor zien docenten dat er een nadeel ontstaan van het werken in groepjes. Die ‘lifter’ leert niks van de opdracht en wordt onbewust beloond. De ‘trekker’ zal zich in de toekomst verzetten tegen groepssamenstellingen omdat hij/zij weet dat er een ‘meelifter’ kan zijn in de groep. Dit zal ontstaan op het moment dat er geen individuele aanspreekbaarheid plaats vindt. Wij hebben in de les individuele aanspraakbaarheid vormgegeven, omdat dit de manier is waarbij leerlingen op de juiste manier leren samenwerkend leren.
4. Directe interactie
Een voorwaarde voor samenwerkend leren is de directe interactie. Volgens Ebbens et al (2016) is het plaatsten van de studenten een belangrijk aspect. Een voorbeeld is hiervan is om studenten tegen over elkaar te plaatsen met de gezichten naar elkaar toe. De docent houdt hier rekening mee door voor de les de tafels goed te plaatsen. De tafels worden in groepjes van 4 gemaakt waarbij twee studenten naast elkaar zitten en andere twee tegenover zitten. Als dit niet voor de les lukt zal de docent dit aan het begin van de les samen met de studenten regelen.
Naast het plaats geven van studenten is het geven van taken/rollen ook belangrijk. Het niveau moet goed aansluiten op de doelgroep, ook voor de zwakkere studenten (Ebbens et al, 2016). Daarnaast worden de opdrachten met behulp van digitale middelen gedeeld met het bijbehorende opdrachtenblad. Bij sommige opdrachten krijgen de studenten een rol of taak aangewezen, dit bevordert de betrokkenheid van studenten en leidt tot waardevolle discussies (Ebbens et al, 2016).
5. Aandacht voor het groepsproces
Bij het samenwerkend leren is elk student medeverantwoordelijk en levert een eigen bijdrage (Ebbens & Ettekoven, 2016). Hierbij hebben wij tijdens het construeren van de lessen ook rekening gehouden met het groepsproces. De kwaliteit van het samenwerken is van belang en daarom is het belangrijk om na elke samenwerkingsopdracht hier aandacht aan te besteden (Ebbens & Ettekoven, 2016). Dit hebben wij gedaan door de lessen gezamenlijk af te ronden en terug te blikken op, onder andere: de leerdoelen en het samenwerkingsproces. Hierbij hebben wij gefocust op het geven van feedback, het vooruitblikken en het bespreken van een eindbeoordeling. Ook hebben wij de studenten onderling laten samenwerken waarbij zij verantwoordelijk waren voor de onderverdeling van taken. Dit proces zorgt ervoor dat studenten bewust worden van de manier waarop zij leren in vergelijking met hun klasgenoten (Ebbens & Ettekoven, 2016). Een voorbeeld hiervan is dat tijdens het voeren van een telefoongesprek de studenten in groepjes van drie studenten onderling drie rollen moesten verdelen. Wij hebben dus de rollen die zelf verdeelt om aandacht te geven voor het groepsproces.
TPack model
Voor het verantwoorden van de digitale werkvormen hebben wij het TPACK model gebruikt. Wat is het TPACK model en hoe kan de hedendaagse leraar die inzetten? TPACK staat voor Technological Pedagogical Content Knowledge beschrijft de kennis en vaardigheden die leraren nodig hebben om technologie effectief te kunnen samenvoegen in bestaande en nieuw onderwijs. Als gevolg van de technologische ontwikkelingen wordt er in het onderwijs veel meer digitale didactiek toegepast. Dit betekent dat de leraar in staat moet zijn haar vakinhoudelijke kennis en didactische vaardigheden op zodanige wijze op digitaal vlak moet kunnen overbrengen. In het TPACK model gaat het dus niet alleen om het toepassen van ict in het onderwijs. TPACK wordt dus niet zomaar geleerd, maar het zet leraren aan om actief de drie domeinen technologische kennis (TK, Technological Knowledge), vakinhoudelijke kennis (CK, Content Knowledge) en didactische kennis (PK, Pedagogical Knowledge) met behulp van ict te combineren. Daardoor is uit observaties gebleken dat leraren die dit model toepassen zichzelf meer bekwaam voelen(Voogt & Fisser, 2013).
Verantwoording van de beoordeling
Wij hebben gebruik gemaakt van de shows-howtoetsen. Dit houdt in dat studenten hun competenties tonen door te laten zien (Geerts & van Kralingen, 2020). Zij zullen de theorie toepassen door het schrijven van een CV en sollicitatiebrief. Daarnaast zullen de leerlingen elkaar beoordelen aan de hand van een beoordelingsformulier. De praktijk leert dat ellelange beoordelingsformulieren zorgt dat docenten veel ontwikkeling niet meer zien (Geerts et al, 2020). Wij hebben hierdoor bewust gekozen om de leerdoelen als leidraad te nemen. De docent observeert de les in zijn geheel en verliest zich niet in details. (Geerts et al, 2020)