Hulpvragen

De volgende vragen kunnen jullie nog gebruiken om een eigen taal te ontwikkelen.

Opdracht 4 Filmpje
Bedenk een aantal handige zinnen in je nieuwe taal:


1 Wat en hoe in het ....? (Handige zinnetjes zoals je in een ‘taalgidsje voor reizigers’ zet)
Schrijf minstens 10 zinnen op en spreek ze uit (video/geluidsfragment).
2 Hoe gaat het als je kennismaakt met iemand, in de nieuwe taal? (voer een gesprekje)

Hallo, ik heet ..., ik kom uit .... Hoe heet jij? (ww-vormen)
3 Hoe tel je tot 10?
4 Hoe vraag je: hoe oud ben jij?
5 Is er een woord voor ..... ? (denk aan verschillendedingen die je wilt kunnen uitdrukken, zoals gevoel, geur, een ‘ding’, een ‘handeling’, groot/klein, materialen etc.)
 

A Maak een mini-woordenboek of een pagina uit het 'Hoe en wat in het ...?'-boekje.
Maak een filmpje of geluidsfragment waarin je de zinnetjes / het gesprekje uitspreekt. Natuurlijk zet je de vertaling erbij. Zet het geheel in Egodact bij Eindresultaten.