Ieder jaar krijgen circa 17.000 mensen in Nederlands een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Doordat het hart stopt met pompen, krijgen de organen en hersenen geen bloedtoevoer en dus ook geen zuurstof meer. Een hartstilstand is een levensbedreigende situatie: als er niet wordt ingegrepen, overlijdt het slachtoffer.
Reanimatie in cijfers
Ieder jaar worden er in Nederland 8.000 mensen gereanimeerd. Dat zijn bijna 22 mensen per dag! De meeste slachtoffers krijgen een hartstilstand in en rondom het huis, op straat of in een publiek gebouw.
In meer dan 75% van de gevallen start een omstander met reanimeren en in meer dan 50% van alle reanimaties sluit een omstander een AED aan nog vóór aankomst van de ambulance.
In de jaren negentig overleefde slechts 9% van de slachtoffers een hartstilstand. De overlevingskans is sindsdien erg verbeterd. Tegenwoordig overleeft 23% van de slachtoffers het, mede door het vroegtijdig starten van reanimeren door omstanders en het aansluiten van een AED. Hoe eerder er begonnen wordt met reanimeren, des te groter de kans op overleven.
Belang burgerhulpverlening
Een slachtoffer dat binnen 6 minuten na een hartstilstand gereanimeerd wordt en bij een schokbare hartritmestoornis wordt gedefibrilleerd, heeft een overlevingskans van 50 tot 70%. Iedere minuut dat er later wordt gestart, verlaagt de overlevingskans met 10%. Wanneer je bedenkt dat de gemiddelde aanrijtijd van een ambulance tussen de 8 à 10 minuten is, wordt het belang van burgerhulpverleners goed duidelijk.
Voor de overlevingskans van een slachtoffer met een hartstilstand is het dus ontzettend belangrijk dat een hulpverlener binnen 6 minuten ter plaatse is. Om dat mogelijk te maken bestaat sinds 2007 het reanimatie oproepsysteem HartslagNu. Hiermee worden mensen in de buurt van een slachtoffer opgeroepen te komen reanimeren en een AED naar het slachtoffer te brengen. Deze burgerhulpverleners hebben geleerd te reanimeren, bijvoorbeeld voor het Diploma Eerste Hulp of Diploma Levensreddend Handelen, en hebben zich aangemeld bij het oproepsysteem.
Bewusteloos en geen (normale) ademhaling
Wanneer een bewusteloos slachtoffer geen (normale) ademhaling heeft, of je twijfelt hieraan, ga je onmiddelijk reanimeren. Het slachtoffer heeft dan een circulatiestilstand: het hart pompt geen bloed meer rond.
In de eerste minuten na een circulatiestilstand kan het bewusteloze slachtoffer nog happende adembewegingen maken. Deze adembewegingen zijn onregelmatig, traag en vaak luidruchtig. Dit moet je niet verwarren met een normale ademhaling, anders stel je de start van de reanimatie onnodig uit.
Het slachtoffer kan zijn ogen open hebben, maar lijkt niet echt te kijken. Ook kan hij wat trekkingen hebben van armen en/of benen. Dit kan lijken op een epileptische aanval.
Reanimatie
Reanimeren bestaat uit:
Omdat het om een bewusteloos slachtoffer gaat, heb je al 112 laten bellen en een AED laten halen.
Zijn er geen omstanders dan haal je de AED zodra je hebt vastgesteld dat de ademhaling niet normaal is. Je haalt de AED alleen wanneer deze vlakbij is. Bijvoorbeeld als je weet dat deze om de hoek hangt.
Gebruik de AED zodra deze aanwezig is. Volg alle opdrachten van de AED altijd onmiddelijk op.
Na het vaststelling van een niet-normale ademhaling en bewusteloosheid start je bij volwassenen en in principe ook bij kinderen onmiddelijk met 30 borstcompressies. Geef vervolgens 2 beademingen. Je wisselt beide handelingen af.
Hoe geef je borstcompressies?
Stap 1
Kniel bij het slachtoffer ter hoogte van zijn bovenarm.
Stap 2
Plaats de hiel van één hand midden op zijn borstkas.
Stap 3
Plaats de hiel van je andere hand bovenop je eerste hand. Haak je vingers van beide handen in elkaar. Trek je onderste vingers omhoog om te voorkomen dat je op de ribben duwt.
Stap 4
Plaats je bovenlichaam recht boven de borstkas van het slachtoffer. Zorg dat je armen volledig gestrekt zijn.
Stap 5
Druk zijn borstbeen ten minste 5 cm, maar niet meer dan 6 cm, loodrecht naar beneden. Bij kinderen is dit minstens een derde van de diepte van de borstkas: ongeveer 5 cm.
Stap 6
Laat het borstbeen volledig terugveren. Blijf er dus niet op leunen!
Zorg er wel voor dat je handen steeds concact blijven houden met de borstkas.
Stap 7
Houd een tempo aan tussen 100 en 120 keer per minuut (iets minder dan 2 per seconde).
Het indrukken en terugveren van het borstbeen moeten ongeveer even lang duren. Tel, bij voorkeur hardop, tot 30.
Hardop tellen kan helpen om de juiste aantal borstcompressies te geven. Daarnaast kan de meldkamercentralist aan de telefoon horen wat je aan het doen bent.

Hoe geef je beademingen?
Stap 1
Plaats je hand op het voorhoofd van het slachtoffer. Duw zijn hoofd voorzichtig achterover.

Stap 2
Open de luchtweg van het slachtoffer door twee vingertoppen onder de punt van de kin te plaatsen en de kin vervolgens omhoog te tillen.
Stap 3
knijp met je duim en wijsvinger van de hand die op zijn voorhoofd rust het zachte gedeelte van de neus van het slachtoffer dicht.
Stap 4
Zorg dat de mond van het slachtoffer iets openblijft.
Stap 5
Adem nu normaal in en plaats je wijdgeopende mond goed sluitend over de mond van het slachtoffer.
Stap 6
Blaas je adem 1 seconde lang rustig in zijn mond. Kijk daarbij of zijn borstkas iets omhoog komt.

Stap 7
Haal je mond van de mond van het slachtoffer, terwijl je het hoofd iets achterover houdt. De borstkas van het slachtoffer moet nu weer terugzakken. Zorg dat je zijn uitgeademde lucht niet inademt.
Stap 8
Adem zelf nog een keer normaal in en beadem nog een keer
Stap 9
Beadem maximaal 2 keer, ook al zijn dit geen effectieve beademingen.

Hoe moet je reanimeren met de AED?
Hoe Moet Je Reanimeren met een AED? | EHBO Doe Je Zo - Rode Kruis - YouTube
Hoe moet je reanimeren https://www.youtube.com/watch?v=Qj2TjF0yZIs