Het esperanto is ontstaan uit de behoefte aan een makkelijke taal die snel te leren is voor iedereen. De grammatica, de volgorde van woorden in een zin, moet dus niet te ingewikkeld zijn. Kun jij de volgende spreekster volgen? En welke woorden herken je?
Opdracht 2 Esperanto:
1 Welke woorden herken jij? Schrijf deze op.
2 Waar doen de woorden je aan denken? Aan welke taal?
3 Welke volgorde in de zinsbouw wordt aangehouden? Is het vergelijkbaar met het Nederlands of met het Spaans? (Tip: kijk even terug in de tabel bij Klingon.)
Verwerk de vraag in je antwoorden. Dus: 'Ik herken de woorden...'
Zet je antwoorden in je logboek in Egodact.