Begrippen

Akkerbouw

Het telen van gewassen op bouwland.

Arbeidsmarkt

De vraag naar en het aanbod van werk.

Arbeidsproductiviteit

De gemiddelde hoeveelheid werk die in een bepaalde tijd gedaan kan worden.

Automatisering

Computers vervangen mensenwerk.

Bosbouw

Het aanplanten en onderhouden van bossen voor de houtproductie.

Gemengde landbouw

Landbouw waar zowel gewassen verbouwd worden als vee gehouden wordt.

Infrastructuur

Alle verbindingen om van A naar B te komen, zoals wegen, spoorlijnen, kabels en leidingen.

Intensivering

De opbrengst per hectare landbouwgrond en per dier verhogen.

Irrigatie

Kunstmatige bevloeiing van landbouwgrond.

Lichte industrie

Deze fabrieken verwerken half afgewerkte producten tot kant-en-klare producten.

Mechanisatie

Machines nemen het werk van mensen over.

Speciale Economische Zone

Gebied met minder strenge regels voor industriële bedrijven, die daardoor goedkoper kunnen produceren.

Specialisatie

Je richten op één soort landbouw.

Tuinbouw

Het telen van groente, fruit en bloemen.

Veeteelt

Het houden en fokken van vee.

Vestigingsfactor

Reden van een bedrijf om voor een bepaalde plaats te kiezen.

Zware industrie

Deze fabrieken verwerken grote hoeveelheden grondstoffen tot half afgewerkte producten die nog verder bewerkt moeten worden.