2c. Het belang van politieke representatie

Onderzoek

Representatie & representativiteit https://youtu.be/ybKYhxBqrxc

Na de invoering van het vrouwenkiesrecht in 1919 kwamen er langzaam aan meer vrouwelijke politici, zoals Tweede Kamerleden, gemeenteraadsleden, ministers en burgemeesters. Vandaag de dag zijn vrouwen op vele verschillende posities in de politiek te vinden. Maar veel groepen vrouwen zien zichzelf helaas nog steeds nauwelijks terug in de politiek. En sommige politieke posities, zoals minister-president van Nederland, zijn zelfs nog nooit door een vrouw bezet.

Waarom is de representatie van vrouwen in de politiek belangrijk?

De Tweede Kamer zou een afspiegeling moeten zijn van de samenleving, maar is dat niet: vrouwen en mensen van kleur zijn zwaar ondervertegenwoordigd. Terwijl een diverser parlement discussies en besluitvorming beter maakt, en zorgt voor meer herkenbaarheid bij de bevolking. Hoe diverser de Tweede Kamer, hoe beter de besluiten – en hoe rechtvaardiger onze samenleving.

Toch is het voor mensen met een biculturele achtergrond en vrouwen niet makkelijk om tot het centrum van de macht door te stoten. Het aantal vrouwen in de Tweede Kamer daalt al jaren. Het aantal vrouwen in het parlement piekte in 2010, op ongeveer 42 procent, maar nam daarna met elke regeerperiode af.  Terwijl vrouwen iets meer dan de helft van de totale Nederlandse bevolking uitmaken. 

Hoe diverser de Tweede Kamer, hoe beter de besluiten - en hoe rechtvaardiger onze samenleving

Bij de laatste Tweede Kamer verkiezingen is er een recordaantal Kamerleden met een migratieachtergrond de Kamer in gestemd. Met 28 Kamerleden heeft straks 19 procent van de Tweede Kamer een migratieachtergrond. Ter vergelijking: bij de vorige verkiezingen was dat met 15 Kamerleden nog maar 10 procent. 23 van de politici met een migratieachtergrond (15 procent van de Kamer) heeft een niet-westerse afkomst volgens het CBS heeft van alle Nederlanders 14 procent een niet-westerse migratieachtergrond. Het aandeel Kamerleden met een niet-westerse migratieachtergrond ligt dus hoger.

Het gebrek aan diversiteit in ons parlement reikt verder dan kleur en gender.

Verreweg de meeste Kamerleden hebben een hbo-opleiding of een universitaire studie genoten. Van de Kamerleden die in 2017 werden gekozen was maar liefst 90 procent ‘hoger’ opgeleid. Terwijl slechts 41 procent van de Nederlandse bevolking universitair of hoger beroepsonderwijs gevolgd heeft.

Je zou natuurlijk kunnen denken: prima. Laat de slimste koppen het land maar besturen. Maar volgens bestuurskundige Mark Bovens zijn er twee fundamentele problemen met deze ‘diploma-democratie’: allereerst vergroot het de symbolische kloof tussen burgers en politiek: ‘Je zegt eigenlijk dat 70 procent van de bevolking niet goed genoeg is om volksvertegenwoordiger te zijn, dat ze tweederangsburgers zijn.’

Voor mensen met een beperking is de politiek nauwelijks toegankelijk

Het aantal kandidaten met een beperking op de kandidatenlijsten van de partijen bij de afgelopen Tweede Kamer verkiezingen was vier.

Maar de politieke uitsluiting van Nederlanders met een beperking reikt verder dan hun afwezigheid in het parlement alleen.

Zo stelt het Kennisplein Gehandicaptensector dat de verkiezingen laakbaar ontoegankelijk zijn voor onder andere personen met een licht verstandelijke beperking. Om te kunnen stemmen moeten mensen met een verstandelijke beperking niet alleen weten wat stemmen precies inhoudt en hoe een stembiljet werkt, maar ook wat de standpunten van politieke partijen zijn en wat deze voor hen betekenen. Als politieke partijen hun verkiezingspunten toegankelijker en begrijpelijker zouden maken, levert dat volgens het Kenniscentrum twee miljoen (!) meer stemmers op.

Diversiteit: waar houdt het op?

En zo zijn er nog veel meer groepen burgers die nauwelijks meedelen in de macht. Ook lhbti’ers (met name transgender en non-binaire personen) vind je nog te weinig in Den Haag, net als mensen op het autismespectrum, of mensen van buiten de Randstad.

De grote vraag is natuurlijk: waar houdt het op? Hoeveel groepen moeten in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn voordat we het parlement écht divers kunnen noemen?

Het is een goede vraag, die bovendien erg ingewikkeld te beantwoorden is. Mede omdat Nederland – in vergelijking met andere Europese landen – een heel klein parlement heeft. Eén enkel Kamerlid neemt in Nederland daarom meer ruimte in dan in andere parlementen het geval is. En daarmee wordt het des te lastiger om alle identiteiten die onze samenleving rijk is in de Tweede Kamer te krijgen.

Het gebrek aan diversiteit in ons parlement reikt verder dan kleur en gender