Verwerkingsopdrachten 3

Opdracht 1 drie soorten stoffen
Geef met behulp van het periodiek systeem aan of de volgende stoffen metalen, zouten of moleculaire stoffen zijn.

  1. Na2O
  2. He
  3. CO2
  4. Fe
  5. N2


Opdracht 2 eigenschappen van metalen
De meeste metalen zijn vast bij kamertemperatuur. Er is één uitzondering, kwik is het enige metaal dat bij kamertemperatuur vloeibaar is. Door deze eigenschap werd kwik vroeger veel gebruikt in thermometers. Sinds 2003 is de verkoop van kwikthermometers verboden. Kwikdampen zijn immers zeer giftig. Een andere veel gebruikte toepassing van kwik is in elektriciteitsschakelaars.

Bron: youtube.com onderwerp: Kwik vloeibaar metaal.

  1. Leg uit, met behulp van begrippen op microniveau, waarom metalen bij kamertemperatuur vast zijn.
  2. Leg uit waarom vloeibaar kwik zo geschikt is als vloeistof voor thermometers.
  3. Van welke twee eigenschappen van kwik wordt gebruik gemaakt in een elektriciteitsschakelaar?
  4. Teken het metaalrooster van ijzer en kwik op microniveau.
  5. Hoe heet de binding die de metaalatomen in het rooster bij elkaar houden? En bij welke stof is deze binding sterker, bij ijzer of kwik?

 

Opdracht 3 edelheid van metalen
IJzer is een onedel metaal. IJzeren voorwerpen reageren langzaam met water en zuurstof, roesten genaamd. Er ontstaat dan een laagje ijzeroxide (FeO) aan de buitenkant. Goud daarentegen reageert helemaal niet met water en zuurstof, terwijl calcium juist heel snel en veel heftiger reageert. Dit heeft te maken met de edelheid van metalen.

  1. Geef een goede beschrijving van de term edelheid.
  2. Schrijf 3 edele metalen op.
  3. Schrijf 5 zeer onedele metalen op.
  4. Tot welke groep stoffen behoort ijzeroxide? Leg je antwoord uit.
  5. Leg uit of verroest ijzer stroom geleid.
  6. Waarom kom je het metaal kalium niet als element in de natuur tegen?

 

Opdracht 4 Zouten
Geef de naam van de volgende zouten.

  1. KF
  2. AgCl
  3. FeS
  4. CuO
  5. AlBr3
  6. SnI2

 

Opdracht 5 roosters en bindingen
Neem onderstaande tabel over en vul verder in.


Opdracht 6 Namen van moleculaire stoffen
Geef de naam van de volgende moleculaire stoffen.

  1. HCl
  2. SCl2
  3. P2O3
  4. F2
  5. CH4
  6. C6H12O6
  7. NO2
  8. NO

 

Opdracht 7 Formules van moleculaire stoffen
Geef de formule van de volgende moleculaire stoffen.

  1. Chloor
  2. Helium
  3. Ammoniak
  4. Distikstoftrioxide
  5. diwaterstofsulfide
  6. Siliciumtetrafluoride
  7. Alcohol

 

Opdracht 8 Naamgeving alle stoffen
Geef de naam van de volgende stoffen.

  1. FeS
  2. Al2O3
  3. CS2
  4. I2
  5. H2O
  6. NaI
  7. C3H8
  8. PbBr4
  9. SO3

    Geef de formule van de volgende stoffen.
  10. Butaan
  11. Magnesium
  12. Kaliumchloride
  13. Stikstof
  14. Neon
  15. Distikstoftetraoxide
  16. Fosfortrifluoride

 

Opdracht 9 Kristalsuiker
Wanneer kristalsuiker zachtjes wordt verwarmd, ontstaan onder andere karamel (C7H8O2), water en waterstofgas.

  1. Leg uit of dit een chemische reactie of een faseovergang is.
  2. Leg uit welke atoomsoorten voorkomen in kristalsuiker.