Verstedelijking

De komst van alle machines in de landbouw zorgde ervoor dat de werkgelegenheid in de landbouwsector afnam en groeide in de industriesector. De machines moesten immers gemaakt worden. Door deze verandering verhuisde meer dan de helft van de bevolking naar de steden. De landbouwstedelijke samenleving maakte in de 19e eeuw plaats voor de industriƫle samenleving. Doordat de mensen in de stad gingen wonen groeide de handel en transport ook, waardoor de dienstensector groeide. Door de industrialisatie groeide de bevolking sneller dan ooit te voren. Londen groeide van 900.000 tot 6,5 miljoen inwoners. Industrialisatie, verstedelijking (urbanisatie) en bevolkingsgroei versterkten elkaar. Door de bevolkingsgroei kwamen er steeds meer mensen om in de fabrieken te werken. Zij verdienden geld en konden producten kopen om hun leven te onderhouden. Mensen die op het platteland achterbleven en geen werk hadden door de mechanisering trokken ook naar de steden om in de fabrieken te werken. Hieruit onstonden steden rondom fabrieken. Voorbeelden hiervan zijn Manchester en Eindhoven.

Hierboven zie je een woonwijk die rondom een fabriek werd gebouwd