Gezamenlijke definitie

Wij vinden dat het doel van BPV moet zijn om het aanstaande beroep te leren in een BPV-bedrijf of instelling, waar dat beroep wordt uitgeoefend. De BPV-opdrachten moeten voortvloeien uit het kwalificatiedossier van de opleiding. Daarmee oefenen de studenten de werkprocessen binnen het bedrijf of instelling.

De BPV docenten binnen de opleiding moeten authentiek zijn, d.w.z. nauw verbonden zijn met de werkplek van de student. Hierbij is het van belang dat de docenten kennis hebben van de werkplek van de studenten. Naar ons idee kan de BPV docent de stage anders nooit goed bewaken, reflecteren en volgen.

In ons onderzoek naar hoe BPV geregeld moet zijn, concludeerden wij dat daar geen eenduidige richtlijnen voor zijn. Ieder BPV-bedrijf of instelling mag hier zelf vorm aangeven. Wij zien dit niet als een tekortkoming. Daarnaast zien wij in ons onderzoek binnen onze eigen scholen en brononderzoek van andere scholen dat dit professioneel geregeld is; er ligt helder beleid vast.  

We kwamen tot de conclusie, dat lang niet alle BPV docenten het werkveld van de studenten kent. Hierbij is onze vraag; ‘Hoe kunnen de BPV docenten de studenten goed begeleiden als ze het werkveld niet goed kennen?’. Graag willen wij dit probleem (boundary crossing) verder onderzoeken.

(Leraar24, 2020)